18
Telefoneren
Een nummer bellen
1. Geef in de standby-stand het
netnummer (indien nodig) en
abonneenummer in.
2. Druk op ZENDEN.
Opmerkingen:
• Druk op C om het laatste cijfer te
wissen of houd C ingedrukt om
alle cijfers te wissen. U kunt de
cursor verplaatsen om een onjuist
cijfer te wijzigen.
• Houd
ingedrukt om een pauze
in te voegen.
Internationaal bellen
1. Houd in de standby-stand 0
ingedrukt. Het teken + verschijnt.
2. Toets achtereenvolgens het
landnummer, netnummer en
abonneenummer in en druk op
ZENDEN.
Laatst gebruikte nummers
opnieuw kiezen
1. Druk in de standby-stand op
ZENDEN om de lijst met recente
nummers weer te geven.
2. Blader naar het gewenste nummer
en druk op ZENDEN.
Een nummer kiezen uit de
telefoonlijst
Als u een nummer hebt opgeslagen
in de telefoonlijst, kunt u dit nummer
bellen door het in de telefoonlijst te
selecteren.
p. 46
U kunt ook de functie voor snelkiezen
gebruiken om uw meest gebelde
nummers toe te wijzen aan bepaalde
cijfertoetsen.
p. 48
U kunt een nummer snel bellen vanaf
de SIM-kaart door het nummer van
de locatie in te toetsen dat u tijdens
het opslaan van het nummer hebt
toegewezen.
1. Geef in de standby-stand een
locatienummer in en druk op
2. Druk op ZENDEN om het nummer
te bellen.
Een gesprek beëindigen
Sluit de telefoon of druk op EINDE.
Een oproep beantwoorden
Wanneer u een inkomende oproep
ontvangt, gaat de telefoon over.
Druk op ZENDEN om de oproep te
beantwoorden. U kunt ook op OK
drukken en Opnemen selecteren.
Tips bij het aannemen van een
gesprek
• Wanneer de optie Met elke toets
antwoorden is ingeschakeld,
kunt u op elke toets drukken,
behalve op EINDE en OK.
• Wanneer Openen om op te
nemen is ingeschakeld, hoeft u de
telefoon alleen maar te
openen.
p. 56
.
p. 56