CONTROLE VAN DE BEGINCONFIGURATIE
Controleer de volgende punten:
1.
Communicatie tussen apparaat en systeem: Configureer het Airzone-systeem in een
andere functie dan Stop en schakel de zone in waardoor er vraag wordt gecreëerd.
Controleer of de modus die is ingesteld op de hoofdthermostaat verschijnt op de
thermostaat van de interne eenheid en dat de ingestelde temperatuur hier ook wordt
gewijzigd.
2.
Communicatie tussen apparaat en systeem: Zet het Airzone-systeem in de Stop-modus
en controleer of de machine uitschakelt en de kleppen openen.
3.
Openen/sluiten van kleppen en controleuitgangen: Schakel alle zones in en creëer
vraag. Schakel vervolgens elke zone uit en weer in om te controleren dat de verbonden
controleuitgangen juist zijn.
4.
Controleer of de statische druk in het leidingstelsel overeenkomt met de toestand van
het luchtverdelingsnetwerk waarop het is aangesloten (raadpleeg de handleiding van de
fabrikant van het apparaat als u deze parameter moet wijzigen).
HET SYSTEEM RESETTEN
Indien u het systeem dient te resetten
naar de fabrieksinstellingen, houdt u SW1
ingedrukt totdat LED D19 ophoudt met
knipperen. Wacht tot de leds terugkeren
naar hun normale toestand voordat u de
beginconfiguratie opnieuw uitvoert.
ZONE OPNIEUW INSTELLEN
Volg voor Blueface- en Think-thermostaten de stappen in het menu Advanced Settings
(Geavanceerde instellingen), parameters in Zone.
V o o r
Lite-thermostaten schakelt u de microschakelaars omlaag en plaatst u de
thermostaat weer in de houder. Het pictogram knippert twee keer in het groen om te
bevestigen dat de reset is voltooid.
NL
SW1
15