Voorbereiding
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Para SCA
Installatie binnen een gebouw:
• Pomp in een droge, goed geventileerde en vorstvrije
ruimte installeren.
Installatie buiten een gebouw (buitenopstelling):
• Pomp in een pompput met afdekking of in een kast/
huis als bescherming tegen weersinvloeden installeren.
• Directe zonnestraling op de pomp voorkomen.
• Bescherm de pomp tegen regen.
• Motor en elektronica voortdurend beluchten, om
oververhitting te voorkomen.
• Toegestane media- en omgevingstemperaturen niet
over- of onderschrijden.
• Kies een zo toegankelijk mogelijke installatieplaats.
• Toegestane inbouwpositie (Fig. 2) van de pomp in
acht nemen.
VOORZICHTIG!
Door een verkeerde inbouwpositie kan de pomp
beschadigd raken.
• Inbouwplaats uitkiezen in overeenstemming met de
toegestane inbouwpositie (Fig. 2).
• De motor moet altijd horizontaal worden geïnstal -
leerd.
• De elektrische aansluiting mag nooit naar boven wijzen.
• Voor en achter de pomp afsluitarmaturen inbouwen,
zodat de pomp gemakkelijker kan worden vervangen.
VOORZICHTIG!
Lekwater kan de regelmodule beschadigen.
• Bovenste afsluitarmatuur zo uitlijnen dat lekwater
niet op de regelmodule (5) kan druppelen.
• Als de regelmodule met vloeistof besproeid is, moet
de interface afgedroogd worden.
• De bovenste afsluitarmatuur zijwaarts uitlijnen.
• Indien de pomp in de aanvoer van open installaties
wordt gemonteerd, de veiligheidsaanvoer vóór de
pomp aftakken (EN 12828).
17