Functietoets: functie
›››
afb. 67
/
Voor het verbergen of tonen van de
toetsen
1
›››
afb. 1
12
Instellingen van MirrorLink
Functietoets: functie
: in apparaten die dit ondersteu-
Oriëntatie van het scherm
nen, kan de oriëntatie waarin het scherm wordt getoond
worden geselecteerd volgen de onderstaande typen:
Horizontaal (landschap)
Verticaal
: hiermee kan het beeld geleverd door
180° gedraaid
het apparaat 180° worden gedraaid.
Pop-up vensters van MirrorLink inschakelen
®
vensters van MirrorLink
toe van de applicaties die dit
ondersteunen.
Apple CarPlay™*
3 Geldig voor compatibele mobiele telefoons iPho-
ne™. Mobiele telefoons iPhone™ ondersteunen en-
kel Apple CarPlay™
Apple CarPlay™ is een protocol waarmee een
mobiel apparaat kan communiceren met het
infotainmentsysteem via USB.
Hiermee kan de mobiele telefoon worden
voorgesteld en gehanteerd op het scherm
van het infotainmentsysteem.
86
Vereisten
Voor het gebruik van Apple CarPlay™ gelden
de volgende vereisten:
en
.
2
Het mobiele apparaat ondersteunt Apple
●
CarPlay™.
Het mobiele apparaat is via USB aangeslo-
●
®
ten op het infotainmentsysteem.
De verbinding starten
Om de verbinding met het mobiele apparaat
te starten, moet het enkel worden aangeslo-
ten op het infotainmentsysteem via USB.
Er verschijnt een pop-upvenster waarin ge-
●
vraagd wordt om het apparaat te accepteren.
Indien de sessie gestart wordt met de tech-
●
nologie Apple CarPlay™, kan geen ander ap-
: staat pop-up
paraat worden verbonden via Bluetooth™. In
het hoofdmenu PHONE verschijnt de volgen-
de melding:
Koppel eerst Apple CarPlay los
om een andere mobiele telefoon
aan te sluiten.
Door lang te drukken op de toets van het
multifunctiestuurwiel of de toets
het infotainmentsysteem, wordt de "motor"
van spraakbediening van Apple™ gestart.
Om terug te keren naar de basisinhoud van
het infotainmentsysteem, drukt u op het pic-
togram SEAT .
Full Link*
van
VOICE
Android Auto™*
3 Geldig voor compatibele mobiele Android-tele-
foons
Android Auto™ is een protocol waarmee een
mobiel apparaat kan communiceren met het
infotainmentsysteem via USB.
Hiermee kan de mobiele telefoon worden
voorgesteld en gehanteerd op het scherm
van het infotainmentsysteem.
Vereisten
Voor het gebruik van Android Auto™ gelden
de volgende vereisten:
●
Het mobiele apparaat ondersteunt Android
Auto™.
●
Het mobiele apparaat is via USB aangeslo-
ten op het infotainmentsysteem.
●
Op het mobiele apparaat moet de applica-
tie Android Auto™ gedownload en geïnstal-
leerd zijn.
De verbinding starten
Om de verbinding met het mobiele apparaat
te starten, moet het enkel worden aangeslo-
ten op het infotainmentsysteem via USB en
moet worden verzekerd dat de instructies van
het te verbinden apparaat worden opge-
volgd.
●
De eerste verbinding met Android Auto™
moet plaatsvinden met stilstaande wagen.