Benaderingssensoren
3 Geldig voor: Navi System en Navi System Plus
Het infotainmentsysteem is uitgerust met
een geïntegreerde benaderingssensor
›››
pag. 4
.
11
Bij het naderen van de hand wordt het
scherm automatisch ingeschakeld. In de be-
dieningsfunctie worden automatisch alle
functietoetsen getoond voor eenvoudiger ge-
bruik.
Bijkomende aanwijzingen en weerga-
ve-opties
Weergaven op het beeldscherm zijn afhanke-
lijk van de instellingen en kunnen dus afwij-
ken van de hier beschreven weergaven.
De statusregel op het scherm geeft o.a. de
tijd en de huidige buitentemperatuur weer.
Alle weergaven kunnen pas worden weerge-
geven nadat het infotainmentsysteem volle-
dig gestart is.
14
Inleiding
Initiële configuratiehulp
Initiële configuratiehulp
Afb. 8
De initiële configuratiehulp helpt u om het in-
fotainmentsysteem bij het eerste gebruik in
te stellen.
Telkens u het infotainmentsysteem aansluit,
verschijnt het initiële configuratiescherm
›››
afb. 8
indien niet alle parameters zijn inge-
steld of u niet hebt gedrukt op de functie-
toets NOOIT .
Functie-
Functie
toets
Sluit de configuratiehhulp, het hoofdme-
nu of de laatste modus waarin u het info-
tainmentsysteem hebt gebruikt ver-
SLUITEN
schijnt. De volgende keer dat u het sys-
teem inschakelt, wordt de configuratie-
hulp opnieuw gestart.
Functie-
Functie
toets
Schakelt de mogelijkheid om het info-
tainmentsysteem te configureren uit. In-
dien u de initiële configuratie van het
NOOIT
systeem wenst uit te voeren, gaat u naar
Instellingen systeem
›››
u
Configuratiehulp
STARTEN
Start de configuratiehulp.
Indrukken om de dag en het uur in te
stellen (indien u beschikt over navigatie-
A
systeem, wordt dit automatisch inge-
steld via gps).
Indrukken om de radiozenders met de
beste ontvangst op dat moment te zoe-
B
ken en op te slaan.
Indrukken om uw mobiele telefoon te
C
verbinden met het infotainmentsysteem.
Indrukken om het thuisadres te selecte-
a)
ren aan de hand van de huidige positie
D
of de handmatige invoer van een adres.
Om naar de vorige of volgende in te stel-
len parameter te gaan.
Wanneer een parameter is ingesteld, kan
hij enkel opnieuw worden ingesteld door
VORIGE
erop te drukken vanaf het hoofdmenu,
VERDER
niet door middel van de toetsen Vori-
ge/Verder.
Wanneer u een parameter instelt, ver-
schijnt er een vinkje over.
en selecteert
pag.
89.