●
vergelijk de op het scherm van het infotain-
mentsysteem weergegeven pincode met de
pincode die op de mobiele telefoon wordt
weergegeven. Als deze overeenstemt, beves-
tigen in beide apparaten.
Het infotainmentsysteem en de mobiele tele-
foon zijn nu met elkaar verbonden.
Als de koppeling correct is beëindigd, wordt
het hoofdmenu PHONE weergegeven. Het te-
lefoonboek en de lijst van oproepen opgesla-
gen in de mobiele telefoon worden geladen
nadat de opdrachten op de telefoon zijn ge-
accepteerd. De duur van het laadproces
hangt af van de hoeveelheid gegevens die
opgeslagen zijn in de mobiele telefoon. Na
het laadproces zijn de gegevens beschikbaar
in het infotainmentsysteem.
Verbinding en aansluiting van mobiele tele-
foons
Aan het infotainmentsysteem kunnen maxi-
maal 20 mobiele telefoons worden gekop-
peld. Er kunnen echter maar steeds twee mo-
biele telefoons als handsfree worden aange-
sloten en/of een derde apparaat als BT-au-
dio.
Wanneer het infotainmentsysteem wordt in-
geschakeld, wordt een automatische verbin-
ding tot stand gebracht met de laatst aange-
sloten mobiele telefoon. Indien geen verbin-
ding met deze mobiele telefoon tot stand ge-
bracht kan worden, zal het systeem voor tele-
70
Systeem voor telefoonbediening (PHONE)
foonbediening proberen een automatische
verbinding tot stand te brengen met de vol-
gende mobiele telefoon uit de lijst van ge-
koppelde apparaten.
Het maximale bereik van de Bluetooth
sluiting is ongeveer 10 meter. De actieve
®
Bluetooth
-aansluiting wordt onderbroken
als deze afstand wordt overschreden. De ver-
binding wordt automatisch opnieuw tot
stand gebracht als het aangesloten apparaat
zich weer binnen het Bluetooth
vindt.
Als het maximum aantal aangesloten appara-
ten bereikt wordt en u nog een apparaat wilt
aansluiten, vervangt het systeem het auto-
matisch door het minst recente apparaat. Als
u het apparaat door een ander apparaat wilt
vervangen, moet de gebruiker het apparaat
eerst wissen. Ga als volgt te werk:
●
Apparaattoets Instellingen indrukken in te-
lefoonfunctie.
●
Functietoets
Bluetooth-instellingen
●
Functietoets
Gekoppelde apparaten
●
In de lijst met aangesloten apparaten op
functietoets
drukken achter de te wissen
mobiele telefoon en vervolgens op Wissen
om het proces te bevestigen.
Let op
●
Mogelijk moet het verzoek van gegevens-
overdracht van de agenda in de mobiele tele-
foon worden bevestigd.
®
-aan-
●
Kijk na of er geen te accepteren opdrachten
zijn op uw mobiele telefoon. In dat geval kun-
nen een aantal functies van het PHONE-menu
geblokkeerd zijn.
®
-bereik be-
Beschrijving van het systeem
voor telefoonbediening
Inleiding
Sommige functies en instellingen kunnen al-
leen worden uitgevoerd als de wagen stil-
staat en zijn niet beschikbaar voor alle mobi-
ele telefoons.
Met behulp van het telefoonbeheer kunnen
maximaal 3 mobiele telefoons via Bluetooth-
activeren.
profielen op het infotainmentsysteem wor-
activeren.
den aangesloten (bijvoorbeeld een gebruikt
als Bluetooth-audiospeler en twee andere
gebruikt als handsfree telefoon).
Let op
●
Het gebruik van een mobiele telefoon in het
interieur van de wagen kan bijgeluiden in de
luidsprekers veroorzaken.