Federal Communications Commission (FCC) Verklaringen
FCC VERKLARING SECTIE 15
Dit apparaat voldoet aan sectie 15 van de FCC-regels. Het gebruik is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1)
Dit apparaat mag geen schadelijke verhindering veroorzaken en (2) Dit apparaat moet elke verhindering accepteren, ook die
verhindering die een ongewenst effect kan veroorzaken.
WAARSCHUWING! Veranderingen of aanpassingen die aan deze eenheid zijn aangebracht en die niet uitdrukkelijk
zijn goedgekeurd door partij die voor het apparaat verantwoordelijk is kan de gebruikersbevoegdheid ongeldig
maken om de apparatuur te gebruiken.
De digitale circuits van deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal
apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-regels.
bieden tegen schadelijke storing in een particuliere installatie
gegenereerd, gebruikt en mogelijk uitgestraald en indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, zou het
schadelijke storing kunnen veroorzaken voor radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in een bepaalde
installatie geen storing zal optreden
worden vastgesteld wanneer de apparatuur uit en aan wordt gezet, dan kunt u met de volgende maatregelen trachten de
storing te verhelpen
:
Verander de positie van de ontvangstantenne
–
Zet de apparatuur en het ontvangende apparaat verder bij elkaar vandaan
–
–
Sluit de apparatuur niet aan op hetzelfde stopcontact als het ontvangende apparaat
–
Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus
FCC DEEL 68 VERKLARING
Deze apparatuur voldoet aan Deel 68 van de FCC-regeling. Aan de voorkant van dit apparaat is een label waarop, onder
andere, het FCC registratie nummer en het Ringer Equivalence Number (REN) staan voor dit apparaat. Op verzoek moet u
deze informatie kunnen geven aan uw telefoonbedrijf.
Deze apparatuur gebruikt de volgende stekeraansluitingen: een RJ31X wordt gebruikt om deze apparatuur aan het telefoon
netwerk aan te sluiten. De REN wordt gebruikt om de kwaliteit van de apparaten te bepalen die met de telefoonlijn worden
aangesloten. Meerdere RENs op de telefoonlijn kunnen veroorzaken dat apparaten niet zullen bellen bij een inkomend
gesprek. In de meeste, maar niet alle gebieden moet het aantal RENs niet meer zijn dan vijf (5.0). Om er zeker van te zijn dat
het aantal apparaten dat aan de lijn kan worden aangesloten, dat door het totaal aantal REN's wordt bepaald, kunt u het
telefoonbedrijf bellen om de maximum REN voor het telefoongebied vast te stellen. Als dit apparaat schade toebrengt aan het
telefoonnet, stelt het telefoonbedrijf u vooraf op de hoogte dat de geleverde diensten mogelijk tijdelijk worden onderbroken.
Als een vroege bekendmaking niet praktisch is zal het telefoonbedrijf de klant zo gauw mogelijk berichten. U wordt ook op uw
rechten gewezen om een aanklacht bij de FCC in te dienen, als u denkt dat dit noodzakelijk is. Het telefoonbedrijf kan
wijzigingen aanbrengen in de eigen faciliteiten, apparatuur, activiteiten of procedures die van invloed kunnen zijn op de
werking van deze apparatuur. In dat geval brengt het telefoonbedrijf u daarvan vooraf op de hoogte zodat u de nodige
maatregelen kunt treffen voor een ongestoorde voortzetting van uw telefoonverbinding.
Als dit apparaat schade toebrengt aan het telefoonnet, stelt het telefoonbedrijf u vooraf op de hoogte dat de geleverde
diensten mogelijk tijdelijk worden onderbroken. Het telefoonbedrijf kan u verzoeken de apparatuur los te koppelen van de
telefoonlijn totdat het probleem verholpen is.
Er zijn geen ondershouds onderdelen in dit product en alle reparaties moeten door de fabrikant worden uitgevoerd. Andere
reparatie methodes kunnen de FCC registratie op dit product ongeldig maken.
Sluit deze apparatuur niet aan op een lijn waarop ook een munttelefoon is aangesloten. Aansluiting op een
gemeenschappelijk lijn is afhankelijk van de geldende tarieven.
Tijdens het programmeren, of als testgesprekken naar een noodnummer worden gemaakt, leg dan aan de ontvanger in het
kort de reden van dit gesprek uit. Voer deze activiteiten in de stille uren uit, zoals in de vroege ochtenduren of tegen de avond.
Alarmoproep apparatuur moet in staat zijn om de telefoonlijn te bereiken en een gesprek in een noodsituatie kunnen
plaatsen. Het moet in staat zijn om dit te doen, zelfs als andere apparatuur (telefoon, beantwoordsysteem, computer
modem, etc.) de telefoonlijn al in gebruik heeft. Hiervoor moet alarmoproep apparatuur aangesloten zijn aan een correct
geïnstalleerde RJ31X stekeraansluiting dat elektrisch aangesloten is en als eerste in aanmerking komt van alle andere
apparatuur die op dezelfde telefoonlijn is aangesloten. Indien u vragen heeft over deze instructies wordt u verzocht uw
telefoonbedrijf te raadplegen over de installatie van de RJ31X stekeraansluiting en de alarmoproep apparatuur.
Leverancier overeenkomst declaratie (SdoC)
Visonic, gevestigd in 30, 24 Habarzel, Tel Aviv 69710, Israël, garandeert hierbij dat het draadloze alarm controlepaneel modus
"PowerMax Pro", met het identificatienummer US:VSOAL03BPOWERMAX PRO overeenkomt met de Federal Communication
Commission's ("FCC") Regels en Richtlijnen 47 CFR Part 68, en de Administrative Council on Terminal Attachments ("ACTA")
aangenomen technische criteria: TIA/EIA/IS-968, Telecommunicaties - Telefonische Terminale Apparatuur - Technische
Vereisten voor de Verbinding van Terminale Apparatuur voor het Telefonische Netwerk, Juli 2001.
09/10/2002
Yaacov Kotlicki
Voorzitter
D-300620
Deze grenswaarden dienen om een redelijke bescherming te
Mocht het apparaat storing in radio- of televisieontvangst veroorzaken, wat kan
.
.
.
.
Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie
.
.
39