Maak profielen aan in het menu
4.3 - Profielen van het
hoofdproduct.
Hier hebt u de mogelijkheid om profielen aan te maken en
de zones en functies te selecteren waartoe de profielen
toegang hebben. Een profiel kan bijvoorbeeld een apparte-
ment zijn met eigen accessoires.
U moet wel eerst de zones hebben aangemaakt.
Meer informatie over klimaatsystemen en zones vindt u in
de Installateurshandleiding van het hoofdproduct.
1.
Maak een profiel aan en geef het een naam (maximaal
acht profielen).
2.
Selecteer één of meer zones. Om uw RMU S40 te koppe-
len aan het profiel moet die zich in één van de door u
geselecteerde zones bevinden.
3. Voeg de functies toe waar het profiel toegang toe moet
hebben.
Voorbeelden van functies:
•
verwarmen
•
warmtapwater
•
alarm
•
thuis/weg
•
koeling
Op het RMU S40 display wordt dan het profiel aangegeven
waar het onder valt.
Voorzichtig!
Een aan een profiel gekoppeld RMU S40 is dan
vergrendeld en zal alleen informatie weergeven
die gekoppeld is aan het geselecteerde profiel.
82
Regeling – Menu's
STARTSCHERMEN
Voorzichtig!
De beschikbare menu's en regelopties kunnen
worden bepaald via profielen, zie hoofdstuk "Maak
profielen aan in het menu 4.3 - Profielen van het
hoofdproduct.".
VERWARMING EN KOELING
Hier kunt u temperatuurinstellingen voor uw installatie ver-
richten.
Als het klimaatsysteem in het huis meerdere zones voor
verwarming of koeling heeft, wordt dat aangegeven op het
display met een functiepagina voor iedere zone.
Instellen van de temperatuur (zonder
geactiveerde regelende ruimtesensor):
Instelbereik: -10 – 10
Het display geeft de instelwaarde voor verwarming/koeling
weer (verschuiving stooklijn). Verhoog of verlaag de waarde
op het display om de binnentemperatuur te verhogen of te
verlagen.
Het aantal stappen dat de waarde moet worden gewijzigd
voor één graad verschil in de binnentemperatuur hangt af
van het klimaatsysteem. Eén stap is normaliter voldoende,
maar in sommige gevallen kunnen meerdere stappen nodig
zijn.
Als meerdere zones in een klimaatsysteem geen geactiveer-
de ruimtesensoren hebben, zullen ze dezelfde verschuiving
hebben voor de stooklijn.
De gewenste waarde instellen. De nieuwe waarde wordt
weergegeven aan de rechterkant van het symbool op het
home-scherm koeling.
Instellen van de temperatuur (met
geactiveerde regelende ruimtesensor):
Verwarming
Instelbereik: 5 – 35°C
Koeling
Instelbereik: 5 – 35°C
De waarde in het display wordt weergegeven als tempera-
tuur in °C als de zone wordt geregeld via een ruimtesensor.
Voorzichtig!
Een langzaam klimaatsysteem, zoals bijvoorbeeld
een vloerverwarming, is mogelijk niet geschikt voor
regeling met behulp van ruimtesensoren.
NIBE RMU S40 | NL