6
Servicemenu
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Warmwatersysteem I
Config.ww op
Hydraulische aansluiting warmwatersysteem
toestel
I op warmteproducent (ketel).
Geen warm water: geen warmwatersysteem
op de warmteproducent (ketel).
3-wegklep: warmwatersysteem I wordt via
3-wegklep gevoed.
Oplaadpomp na open verdeler: Warmwater-
systeem I is een warmwater-boilerlaadcircuit
met een boilerlaadpomp aangesloten achter
de hydraulische evenwichtsfles.
Laadpomp: warmwatersysteem I is met een
eigen boilerlaadpomp op de warmteprodu-
cent aangesloten.
60 ... 80 °C: maximale warmwatertempera-
Max. warmwa-
tertemp.
tuur in gekozen boiler (afhankelijk van de in-
stelling op de cv-ketel).
Warm water
bijvoorbeeld 15 ... 60 °C (80 °C): gewenste
warmwatertemperatuur voor bedrijfsmodus
Warm water; het instelbereik hangt af van de
geïnstalleerde warmteproducent.
Warmwater
bijvoorbeeld 15 ... 45 ... 60 °C (80 °C): de
spaar
gewenste warmwatertemperatuur voor be-
drijfsmodus Warmwater spaar is uitsluitend
bij een geïnstalleerde boiler beschikbaar. Het
instelbereik hangt af van de geïnstalleerde
warmteproducent.
Inschakel-
bijv. – 20 ... – 5 ... – 3 K: wanneer de tempe-
temp. verschil
ratuur in de boiler met het inschakeltempera-
tuurverschil lager is dan de gewenste
warmwatertemperatuur, wordt de boiler op-
gewarmd. Het instelbereik hangt af van de ge-
enstalleerde warmteproducent.
Uitschakel-
bijv. – 20 ... – 5 ... – 3 K: wanneer de warm-
temp. verschil
watertemperatuur aan de onderste tempera-
tuursensor van de stratificatieboiler met het
uitschakeltemperatuurverschil lager is dan
de gewenste warmwatertemperatuur, wordt
de boiler niet verder opgewarmd. (Alleen bij
gebruik van SM200 als boilerlaadmodule
voor boilerlaadsysteem, codeerschakelaar
op SM200 op 7).
Aanvoertemp.
0 ... 40 K: verhoging van de door de warmte-
verhoging
producent gevraagde aanvoertemperatuur
voor opwarming van de boiler. De basisinstel-
ling hangt af van de geïnstalleerde warmte-
producent.
26
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Inschakelver-
0 ... 50 s: inschakelen van de brander voor de
tr. ww
warmwatervoorziening vertraagd met de in-
gestelde tijd, omdat solarvoorverwarmd wa-
ter voor de warmtewisselaar beschikbaar is
("solarthermie") en aan de warmtevraag
eventueel zonder branderbedrijf kan worden
voldaan.
Start boiler-
Alleen bij warmwaterbereiding via een modu-
laadpomp
le MM50/MM100 beschikbaar
Temperatuurafhankelijk: pas wanneer de
temperatuur in de hydraulische evenwichts-
fles hoger is dan de temperatuur in de boiler,
wordt bij een boilerbelading de boilerlaad-
pomp ingeschakeld (geen restwarmteafna-
me uit de boiler).
direct: bij een boilerbelading wordt de boi-
lerlaadpomp onafhankelijk van de aanvoer-
temperatuur direct ingeschakeld.
Min. temp.ver-
0 ... 6 ... 10 K: temperatuurverschil tussen
schil
de evenwichtsfles en de boilertemperatuur
bij de start van de boilerlaadpomp (alleen be-
schikbaar, wanneer in het menu Start boiler-
laadpomp Temperatuurafhankelijkgekozen
is).
Circulatie-
Ja: in een warmwatersysteem zijn circulatie-
pomp geïnst.
leidingen en een circulatiepomp voor warm
water geenstalleerd (systeem I of II).
Nee: geen circulatie voor warm water geïn-
stalleerd.
Circulatie-
Aan: wanneer de circulatiepomp door de
pomp
warmteproducent wordt aangestuurd, moet
de circulatiepomp hier ook worden geacti-
veerd. De basisinstelling hangt af van de geïn-
stalleerde warmteproducent.
Uit: de circulatiepomp kan niet door de
warmteproducent worden aangestuurd.
Logamatic RC310 – 6720870384 (2017/05)