Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu Chapedroging - Buderus Logamatic RC310 Installatiehandleiding

Ems plus
Inhoudsopgave

Advertenties

kelbedrijf, met de instelling van het soort verlaging wordt in het
regelgedrag geen rekening meer gehouden).
Doorverwarmen onder een bepaalde buitentemperatuur
Om afkoelen van de verwarmingsinstallatie te voorkomen, ver-
eist NBN-EN 12831, dat voor het aanhouden van een aangena-
me warmte verwarmingen en andere warmtebronnen voor een
bepaalde capaciteit zijn geconstrueerd. Bij het onderschrijden
van de bij Doorverwarmen onder ingestelde gedempte bui-
tentemperatuur wordt het actieve verlaagd regime door het
normale cv-bedrijf onderbroken.
Indien bijvoorbeeld de instellingen Type sparen: Buitentem-
peratuurdrempel , Spaarbedrijf onder: 5 °C en Doorverwar-
men onder: -15 °C actief zijn, wordt het verlaagd regime bij een
gedempte buitentemperatuur tussen 5 °C en -15 °C en het cv-
bedrijf onder -15 °C geactiveerd. Daardoor kunnen kleinere
verwarmingsoppervlakken worden gebruikt.
Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur (buitentemperatuur-
drempel)
Onder dit menupunt wordt de grenstemperatuur voor de vorst-
beveiliging (buitentemperatuurdrempel) ingesteld. Deze werkt
alleen, wanneer in menu Vorstbev. of Buitentemperatuur of
Ruimte- en buitentemperatuur is ingesteld.
OPMERKING:
Beschadiging van cv-watertransporterende installatiede-
len bij te laag ingestelde vorstbeveiligingsgrenstempera-
tuur en langer aanhoudende buitentemperatuur onder
0 °C!
▶ De fabrieksinstelling van de vorstbeveiliging grenstempera-
tuur voor vorst (5 °C) mag alleen door een installateur wor-
den aangepast.
▶ Stel de vorstbeveiligingsgrenstemperatuur niet te laag in.
Schade door te laag ingestelde vorstbeveiligingsgrenstem-
peratuur is uitgesloten van de garantie!
▶ Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur en vorstbeveiliging
voor alle cv-circuits instellen.
▶ Om de vorstbeveiliging van de gehele cv-installatie te waar-
borgen, in menu Vorstbev. of Buitentemperatuur of
Ruimte- en buitentemperatuur instellen.
De instelling Kamertemperatuur biedt geen absolute vorstbe-
veiliging, omdat bijvoorbeeld in gevels geïnstalleerde leidingen
kunnen bevriezen. Is een buitentemperatuursensor geïnstal-
leerd dan kan echter onafhankelijk van het ingestelde type rege-
ling de vorstbeveiliging van de gehele cv-installatie worden
gewaarborgd.
Logamatic RC310 – 6720870384 (2017/05)

6.1.4 Menu chapedroging

Dit menu is alleen beschikbaar, wanneer minimaal een vloer-
verwarmingscircuit in de installatie is geïnstalleerd en inge-
steld.
In dit menu wordt een chapedroogprogramma voor het gekozen
cv-circuit of de gehele installatie ingesteld. Om een nieuwe
chape te drogen, doorloopt de verwarming eenmaal automa-
tisch het chapedroogprogramma.
Voor gebruik van het afwerkvloerdroogprogramma, de warm-
watertemperatuur op de warmteproducent tot 'min' reduceren.
Wanneer een spanningsuitval optreedt, vervolgt de bedienings-
eenheid het chapedroogprogramma automatisch. Daarbij mag
de spanningsuitval niet langer duren, dan de gangreserve van
de bedieningseenheid of de maximale duur van een onderbre-
king is.
OPMERKING:
Gevaar voor beschadiging van de afwerkvloer!
▶ Bij installaties met meerdere circuits kan deze functie al-
leen in combinatie met een gemengd cv-circuit worden ge-
bruikt.
▶ Drogen afwerkvloer conform de specificaties van de leve-
rancier van de afwerkvloer instellen.
▶ Bezoek de ruimte ondanks het drogen van de afwerkvloer
elke dag en houd het voorgeschreven protocol bij.
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Actief
Ja: de voor de chapedroging noodzakelijke
instellingen worden getoond.
Nee: de chapedroging is niet actief en de in-
stellingen worden niet getoond (basisinstel-
ling).
Wachttijd voor
Geen wachttijd: het chapedroogprogramma
start
start onmiddellijk voor de gekozen cv-cir-
cuits.
1 ... 50 dagen: het chapedroogprogramma
start na de ingestelde wachttijd. De gekozen
cv-circuits zijn tijdens de wachttijd uitge-
schakeld, de vorstbeveiliging is actief
( afb. 16, tijd voor dag 0)
Startfase duur Geen startfase: er vindt geen startfase plaats.
1 ... 3 ... 30 dagen: instelling voor de tijdsaf-
stand tussen begin van de startfase en de vol-
gende fase ( afb. 16, [1]).
Servicemenu
6
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave