5
Verzenden om het bericht te verzenden.
Selecteer
•
Als u een bericht niet direct wilt verzenden, kunt u het
voor later gebruik in de conceptenmap opslaan.
•
Als er tijdens het verzenden van een bericht een
fout optreedt, wordt het bericht in het Postvak UIT
opgeslagen, zodat u het later alsnog kunt verzenden.
•
Wanneer een bericht met succes is verzonden, wordt
het in de map Verzonden berichten opgeslagen.
›
Een MMS-profiel instellen
Als u MMS-berichten wilt verzenden en ontvangen, moet u een
verbindingsprofiel activeren om verbinding te maken met de
MMS-server. U kunt uw eigen verbindingsprofiel toevoegen in
aanvulling op profielen die vooraf door de serviceprovider zijn
gedefinieerd.
1
Selecteer in de menustand
→
Netwerk
→
Verbindingen
2
Nieuw.
Selecteer
Instellingen
→
Connectiviteit
→
Ja.
3
Pas de parameters voor het verbindingsprofiel aan.
Optie
Functie
Naam instellen
Hier voert u een naam in voor het profiel.
Hier voert u de naam van het
Toegangsnaam
toegangspunt in.
Verificatietype
Hier selecteert u een verificatietype.
Gebruikersnaam
Hier voert u uw gebruikersnaam in.
Wachtwoord
Hier voert u uw wachtwoord in.
Protocol
Hier selecteert u een netwerkprotocol.
Hier voert u het adres van de MMS-
URL startpagina
server in.
Hier voert u het adres van de
Proxyadres
proxyserver in.
Hier voert u in hoelang het toestel op
Wachttijd (sec.)
een reactie van het netwerk wacht.
Geavanceerde
Hier past u IP- en DNS-adressen en
instellingen
verkeersklassen aan.
41
Communicatie