3. Installatie
WAARSCHUWING: Installeer de sonde niet buitenshuis zonder extra bescherming tegen weersinvloeden.
WAARSCHUWING: De stoomketel moet drukloos gemaakt worden en ontlucht naar de atmosfeer voordat
de sonde geïnstalleerd wordt. Raadpleeg indien mogelijk de fabrikant van de ketel voor advies over de
plaatsing van de sonde en het optimale TDS-niveau.
Let op:
-
Verwijder het etiket van de sondetip vóór de installatie.
Sondes tot 500 mm (20") kunnen verticaal of horizontaal geïnstalleerd worden. Langere sondes moeten verticaal
geïnstalleerd worden.
De sonde dient zo geïnstalleerd te worden dat ze de geleidbaarheid van het ketelwater kan meten, zo mogelijk uit
de buurt van de voedingswaterinlaat. De sondetip moet ten minste 20 mm (¾") van eventuele ketelbuizen verwijderd
zijn. Verticaal geplaatste sondes moeten ondergedompeld worden tot een minimumdiepte van 100 mm (4").
* 20 mm (¾") min
*
*
Fig. 2 Typische installatie met de sonde gemonteerd in het sonde-bochtstuk
CP40 Geleidbaarheidssonde
6
IM-P693-12-NL EMM-UKn-02