Samenvatting van Inhoud voor Mercury SmartCraft SC5000 System View
Pagina 1
SC5000 System View Versie 3.XX Gebruikshandleiding E2003 Mercury Marine 90-892133B JULI 2003...
Pagina 2
De directory System (systeem) openen • System Directory (systeem) • Systeemkalibratie INDEX • A tot Z Onderhoudslogboek • Actieve alarmen • Alarmgeschiedenis Hoofstuk 8 – Installeren • System View installeren Hoofdstuk 9 – Index E2003 Mercury Marine 90-892133B JULI 2003...
INLEIDING Inleiding Het display van SC5000 System View is een compleet scheepsinformatiecentrum. Met System View kan de bestuurder van de boot kritieke bedrijfsinformatie ontvangen, die duidelijk en ogen- blikkelijk op het LCD-display van het dashboard wordt weergegeven. System View bewaakt en rapporteert continu informatie variërend van standaard bedrijfsgegevens tot gedetailleerde vaar- tuigomgevingsinformatie.
INLEIDING Gebruik van toetsenblok Alle functies van System View worden uitgevoerd met behulp van pictogrammen en tekstselectie. Menukeuzeschakelaar Select (selecteren) Home (begin) De MENUKEUZESCHAKELAAR regelt alle bewegingen op-en-neer en zijwaarts bij functieprompts op het scherm. De toets SELECT (selecteren) wordt gebruikt om de opties op het scherm te selec- teren en de invoer van gegevens te bevestigen.
Pagina 5
INLEIDING Gebruik van toetsenblok LOCATIE AFSTANDSBEDIENINGEN – ELEKTRONISCHE GAS- EN SCHAKELFUNCTIEMODELLEN Afstandsbedieningsconsole – dubbel Afstandsbedieningsconsole – enkel Paneel-afstandsbediening Console-afstandsbediening 1. Menukeuzeschakelaar – Wordt gebruikt om alle op-en-neer en zijwaartse bewegingen bij de System View functieprompts op het scherm te regelen. 2.
OM TE BEGINNEN System View opstarten Wanneer u de hoofdschakelaar van de motor aanzet, wordt System View opgestart. System View door- loopt een reeks opstartschermen die hieronder zijn afgebeeld. Wanneer u op SELECT (selecteren) drukt, pauzeert het scherm. Displayschermen Opstartschermen De opstartschermen kunnen zo worden ingesteld dat de homepage (stap 1) of het laatste display vóór het uitzetten (stap 2) wordt weergegeven.
OM TE BEGINNEN Displayschermen Homepagescherm Langs de onderkant van de homepage vindt u zes hoofddirectorykeuzes op het scherm. Markeer de directorykeuze met de menuschakelaar. Druk op SELECT (selecteren) om uw keuze te bevestigen en het directoryscherm te openen. PROPULSION (voortstuwing; NAV-FUEL (navigatie- zie hoofdstuk 3) brandstof, zie hoofdstuk 5)
Pagina 9
OM TE BEGINNEN Displayschermen Homepagescherm (vervolg) De bovenste helft van de homepage geeft motor- en vaartuiggegevens weer. De motorgegevens wor- den van sensors op de motor en de vaartuiggegevens worden van sensors op het vaartuig ontvangen. De aanvankelijke lay-out varieert, afhankelijk van het feit of er een of twee motoren zijn geïnstalleerd. Standaardwaarden voor de motorgegevens omvatten o.a.
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen De gegevensdisplayschermen worden geselecteerd in het hoofddirectorymenu op de homepage. Het pictogram voor de selectie van het huidige directorymenu wordt linksboven op het display weer- gegeven. Informatie op het scherm wordt weergegeven in het informatievenster onderaan het scherm. Alarmmelding –...
Pagina 11
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen Verklarende woordenlijst Gegevens Scherm Plaats van directory Motorgegevensscherm(en) Motorgegevensscherm(en) omvat een reeks di- splays die diverse motorgegevens weergeven. VOORTSTUWING Motortoerental en vaarsnelheid Geeft het motortoerental en de vaarsnelheid weer. VOORTSTUWING Motortoerensynchronisator Twee motoren – geeft het verschil in motortoeren- tal (RPM) tussen de bakboord- en stuurboordmo- tor weer.
Pagina 12
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen Verklarende woordenlijst Gegevens Scherm Plaats van directory Steering Position (stuurstand) Geeft de stuurstand in graden weer. VAARTUIG Tank Status Toont het peil in de tanks van het vaartuig. VAARTUIG Tankpeilen Geeft het peil in elke tank weer. VAARTUIG Vessel Status (status vaartuig) Geeft het volgende weer:...
Pagina 13
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen Verklarende woordenlijst Gegevens Scherm Plaats van directory Depth Plot (dieptecurve) Geeft een curve van diepte t.o.v. tijd weer zoals geregistreerd in de afgelopen 16 seconden. NAVIGATIE-BRANDSTOF Omgeving Geeft de vaarsnelheid, diepte, luchttemperatuur en zeewatertemperatuur weer. NAVIGATIE-BRANDSTOF Estimated Fuel Range (geschat brandstofbereik)
OM TE BEGINNEN Displayschermen Alarmberichtschermen Wanneer er een probleem wordt ontdekt, waarschuwt System View de bestuurder. Spoor de oorzaak van het probleem aan de hand van de volgende stappen op: 1. Er verschijnt een pop-up-scherm met een alarmbericht. Als er meerdere alarmen zijn, toont het display het laatst geactiveerde alarm.
Pagina 15
VOORTSTUWING VOORTSTUWING Hoofdstuk 3 Inhoudsopgave Informatie over voortstuwing ............De directory Propulsion (voortstuwing) openen .
VOORTSTUWING Informatie over voortstuwing In dit hoofdstuk vindt u een volledige beschrijving van de displayschermen in de directory PROPUL- SION (voortstuwing) van System View. Enkele van de voortstuwingsfuncties zijn: • Troll-regeling • Motortoerental gecombineerd met vaarsnelheid • Display voor twee motoren-synchronisator •...
VOORTSTUWING Schermen voor voortstuwingsgegevens Motortoerental/snelheid Dit scherm geeft het motortoerental (omw/min) en de vaarsnelheid weer. ÉÉN MOTOR TWEE MOTOREN PITOT SCHOE- PENWIEL GEEN Snelheidssensors – dit venster toont de sensor die momenteel het snelheidssignaal stuurt. De snelheidssensor wordt automatisch geselecteerd uit de beschikbare sensors. Peak Speed at RPM (topsnelheid bij bepaald toerental) Dit scherm registreert de topsnelheid die de boot heeft bereikt en het bijbehorende motortoerental zoals gemeten sinds de laatste reset.
VOORTSTUWING Schermen voor voortstuwingsgegevens Synchronisator motortoerental – Twee motoren Dit scherm geeft het verschil in motortoerental (omw/min) tussen de bak- en stuurboordmotor weer. Het maakt gasbijstelling mogelijk zodat de motoren gelijk blijven draaien. Motor Motor bakboord stuurboord Motorgegevensscherm(en) Motorgegevensscherm(en) omvat een reeks displays die diverse motorgegevens weergeven. NB: Het is mogelijk dat niet alle vermelde schermen voor uw type motor beschikbaar zijn.
VOORTSTUWING Schermen voor voortstuwingsgegevens Trimpositie Dit display geeft de trimpositie van de voortstuwingseenheid tot de maximale trimpositie weer en geeft vervolgens de trailerstand. ÉÉN MOTOR 0 = omlaag getrimd 10 = omhoog getrimd 25 = volledig opgeklapt TWEE MOTOREN 0 = omlaag getrimd 10 = omhoog getrimd 25 = volledig opgeklapt 90-892133B JULI 2003...
VOORTSTUWING Schermen voor voortstuwingsgegevens Troll Control (Troll-regeling) NB: Afhankelijk van uw motortype is de functie Troll-regeling wellicht niet beschikbaar. TWEE MOTOREN ÉÉN MOTOR WERKING BELANGRIJK: Om obstakels te vermijden, moet de gebruiker het dashboard constant in de gaten houden wanneer hij de regeling voor langzaam varen gebruikt. Met de troll-regeling kunt u, zonder de gashendel te gebruiken, een troll-snelheid in stand houden binnen een bereik dat specifiek is aan het motortype.
Pagina 21
VAARTUIG VAARTUIG Hoofdstuk 4 Inhoudsopgave Informatie over het vaartuig ............De directory Vessel (vaartuig) openen .
VAARTUIG Informatie over het vaartuig Dit hoofdstuk geeft een complete beschrijving van de displayschermen in de directory VESSEL (vaartuig) van System View. Enkele van de vaartuigfuncties zijn: • Stand van stuurhoek • Status van brandstof-, olie-, vuilwater- en watertank • Status van vaartuig De directory Vessel (vaartuig) openen Om de directory VESSEL (vaartuig) te openen, markeert u met de menuschakelaar de directory...
VAARTUIG Schermen voor vaartuiggegevens Steering Position (stuurstand) Dit scherm geeft de stuurstand in graden weer. NB: Deze functie is niet voor alle motortypen beschikbaar. NB: Als de stand van de stuurhoek het tegenovergestelde van de juiste richting is, kan deze worden omgekeerd zodat hij naar behoren wordt weergegeven.
VAARTUIG Schermen voor vaartuiggegevens Brandstoftanks Geeft het peil in elke tank weer. Water- en vuilwatertanks Geeft het peil in elke tank weer. Pagina 4-4 90-892133B JULI 2003...
VAARTUIG Schermen voor vaartuiggegevens Vessel Status (status van vaartuig) Geeft de huidige vaartuiginformatie weer. 1. Geeft de bedrijfstijd in uren weer. 2. Geeft de totale hoeveelheid resterende brandstof weer. 3. Geeft het peil in de andere tanks weer. Zoet water en vuil water, indien aangesloten. 4.
Pagina 26
NAVIGATIE/BRANDSTOF NAVIGATIE/BRANDSTOF Hoofdstuk 5 Inhoudsopgave Informatie over navigatie/brandstof ........... De directory Navigation/Fuel (navigatie/brandstof) openen .
NAVIGATIE/BRANDSTOF Informatie over navigatie/brandstof In dit hoofdstuk vindt u een volledige beschrijving van de displayschermen in de directory NAV-FUEL (navigatie-brandstof) van System View. Enkele van de navigatie/brandstoffuncties zijn: • Navigatieschermen • Next Waypoint Data (gegevens over volgende bestemming) • Trip History Log (tochtlogboek) •...
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Navigation Screens (Navigatieschermen) BELANGRIJK: Dit apparaat is bedoeld als een navigatiehulpmiddel en mag kaarten op papier niet vervangen. Een zorgvuldige navigator vertrouwt nooit op slechts één methode om posi- tiegegevens te verkrijgen. NB: Om de navigatieschermen te kunnen gebruiken moet uw vaartuig een GPS-ontvanger met een uitgangsspanning van NMEA 0183 1.5 of 2.0+ volt hebben en op System View zijn aangesloten.
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Navigation Screens (Navigatieschermen) SCHERM 2 – NEXT WAYPOINT DATA (gegevens over volgende bestemming) Wanneer u naar een bestemming navigeert, geeft dit scherm u de volgende navigatie-informatie: 1. DIST TO GO – Resterende afstand tot de volgende bestemming. 2.
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Depth (diepte) DEPTH (diepte) geeft de diepte van het water weer. NB: Om de diepte en het alarmpeil voor ondiep water in te stellen kunt u het menu “Instellingen/sen- sors” in hoofdstuk 6 raadplegen. Depth Plot Line (dieptecurve) DEPTH PLOT (dieptecurve) geeft een curve van diepte t.o.v.
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Environment (Omgeving) Dit scherm geeft de snelheid, diepte, lucht- en zeewatertemperatuur weer. 1. Geeft de diepte van het water weer. 2. Geeft de snelheid van de boot weer. 3. Geeft de luchttemperatuur weer. 4. Geeft de zeewatertemperatuur weer. Seawater Temperature Plot (zeewatertemperatuurcurve) SEAWATER TEMP PLOT (zeewatertemperatuurcurve) geeft een curve van zeewatertemperatuur t.o.v.
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Estimated Fuel Range (geschat brandstofbereik) ESTIMATED FUEL RANGE (geschat brandstofbereik) geeft het geschatte bereik en de resteren- de brandstof weer, alsook de huidige brandstofstroom. 1. Het geschatte brandstofbereik is gebaseerd op de vaarsnelheid, het brandstofverbruik en de in de tank resterende brandstof.
Pagina 33
INSTELLINGEN INSTELLINGEN Hoofdstuk 6 Inhoudsopgave Informatie over instellingen ............De directory Settings (instellingen) openen .
INSTELLINGEN Informatie over instellingen Dit hoofdstuk geeft een complete beschrijving van de instellingsschermen in de directory SETTINGS (instellingen) van System View. In dit hoofdstuk kunt u System View zodanig configureren dat de informatie op de door u gewenste wijze wordt weergegeven. Enkele van de instellingsfuncties zijn: •...
INSTELLINGEN Instellingsopties Contrast/Lighting/Clock (contrast/verlichting/klok) Een instelling veranderen: 1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren. 2. Druk op A" om het menuvak te bewerken. 3. Druk op SELECT (selecteren) om de instellingen te accepteren. CONTRAST – Wijzig met de schuifbalk het contrast op de display als de temperatuur of het licht verandert. BRIGHTNESS (helderheid) –...
INSTELLINGEN Instellingsopties Units/Language/Offsets (eenheden/taal/compensatie) Een instelling veranderen: 1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren. 2. Druk op A" om het menuvak te bewerken. 3. Druk op SELECT (selecteren) om de instellingen te accepteren. UNITS ENG (eenheden Engels) – Hiermee kunt u het Engelse of metrische formaat voor de maateenheden selecteren.
INSTELLINGEN Instellingsopties Home Page Data (homepagegegevens) 4. Bekijk de HOME PAGE DATA (Homepagegegevens) en bepaal of er gegevens zijn die u wilt veranderen. Druk op YB om een functie te selecteren. Druk op A" om de functie te bewerken. VOLTS SPEED H20 PSI H20 PSI...
PADDLE FREQ (schoepenwielfrequentie) – De frequentie voor het schoepenwiel kan gewijzigd worden zodat deze overeenstemt met de vereisten van verschillende sensors. De frequentie van de door Mercury Marine gele- verde schoepenwielsnelheidssensor is 4,9 Hz per mijl of 5,7 Hz per knoop.
INSTELLINGEN Instellingsopties Preferences (Voorkeuren) Een instelling veranderen: 1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren. 2. Druk op A" om het menuvak te bewerken. 3. Druk op SELECT (selecteren) om de instellingen te accepteren. WARNING HORN (waarschuwingshoorn) – De System View heeft een waarschuwingshoornalarm. U kunt een alarm instellen om een waarschuwingssignaal te doen afgaan voor verschillende types storingen of als diepte- waarschuwing voor (on)diep water.
INSTELLINGEN Instellingsopties Favorites/Page Status (status van favorieten/pagina) Met de Favorites/Page Status (status van favorieten/pagina) kunt u één van de twee volgende opties selecteren: 1. Stelt u in staat om uw voorkeursschermen te kiezen en in de directory FAVORITES (favorieten) te plaatsen om ze snel te kunnen bekijken. De schermen worden ook nog in hun respectievelijke menu getoond.
Pagina 41
SYSTEEM SYSTEEM Hoofdstuk 7 Inhoudsopgave Informatie over het systeem ............De directory System (systeem) openen .
SYSTEEM Informatie over het systeem Dit hoofdstuk geeft een complete beschrijving van de scherminstellingen in de directory SYSTEM (systeem) van System View. Enkele van de systeemfuncties zijn: • Onderhoudslogboek • Actieve alarmen • Alarmgeschiedenis • Systeemkalibratie De directory System (systeem) openen Om de directory SYSTEM (systeem) te openen markeert u met de menuschakelaar de directory SYSTEM (systeem) uit de menukeuze.
SYSTEEM Systeemkalibratie System Calibration (Systeemkalibratie) De systeemkalibratie bestaat uit de volgende menu’s: • Tank configuration (tankconfiguratie) • Trim calibration (trimkalibratie) • Factory defaults (fabrieksinstellingen) • User keyless code (“keyless”-code) Entering into System Calibration (Systeemkalibratie oproepen) BELANGRIJK: Om de menu’s van de systeemkalibratie op te roepen moet u de motor(en) uit- zetten om System View opnieuw te activeren.
SYSTEEM Systeemkalibratie Tank Configuration (tankconfiguratie) NB: System View stelt u in staat om de namen te kiezen van de tanks die u op het scherm wilt zien. U kunt twee tanks per motor kiezen. 1. Kies de namen van de tank(s) die u op het scherm wilt zien. Markeer de tanks die u wilt omwisse- len.
Pagina 45
SYSTEEM Systeemkalibratie Tank Configuration (Tankconfiguratie) (vervolg) NB: De brandstoftank moet worden gekalibreerd zodat System View het brandstofbereik kan weer- geven. 3. U kunt het brandstoftankpeil op twee manieren kalibreren: a. Methode 1 – Selecteer DEFAULT (standaard) – System View levert automatisch een ge- schatte bereikwaarde op grond van de standaard sensorwaarden.
SYSTEEM Systeemkalibratie Trim Calibration (Trimkalibratie) TRIMSENSOR KALIBREREN Trim kalibreren: 1. Open het menu TRIM CALIBRATION (trimkalibratie). 2. TRIM ENG DOWN (motor omlaag trimmen): Druk op de toets SELECT (selecteren) om het scherm DOWN (omlaag) te openen. Trim de motor helemaal omlaag. Druk op SELECT (selec- teren) om op te slaan en naar het volgende scherm te gaan.
SYSTEEM Systeemkalibratie Factory Defaults (Fabrieksinstellingen) DIRECTORY INSTELLINGEN RESETTEN Zet alle instellingen terug op de oorspronkelijke instellingswaarden van System View. Alle instellingen op de oorspronkelijke instellingswaarden terugzetten: 1. Open het menu FACTORY DEFAULTS (fabrieksinstellingen). 2. Druk op YB om de keuze RESET SETTINGS DIRECTORY (directory instellingen resetten) te markeren.
SYSTEEM Systeemkalibratie User Keyless Code (Keyless-code) De keyless-code (gebruikerscode zonder sleutel) kan worden ingesteld om te voorkomen dat System View onbedoeld wordt aangezet wanneer men de HOME knop gebruikt. Nadat er een keyless-code is ingesteld, heeft System View het codenummer nodig om System View op te kunnen starten met de HOME knop.
Pagina 49
SYSTEEM Systeemkalibratie User Keyless Code (Keyless-code) UW KEYLESS-CODENUMMER WIJZIGEN 1. Start System View met de knop HOME. 2. Open de System View directory’s om bij het menu KEYLESS CODE te komen. 3. Voer uw huidige sleutelcodenummer van vier cijfers als volgt in het eerste menuvak in: a.
SYSTEEM Onderhoudslogboek Maintenance Log (Onderhoudslogboek) BEDRIJFSTIJD REGISTREREN Met het onderhoudslogboek kunt u de huidige bedrijfstijd van de motor bij elke onderhoudsbeurt re- gistreren. De onderhoudsbeurten moeten worden uitgevoerd op de tijdstippen die staan aangegeven in uw Handleiding voor gebruik en onderhoud van de motor. Bedrijfstijd van de motor registreren bij onderhoudsbeurten: 1.
SYSTEEM Actieve alarmen Active Alarms (Actieve alarmen) Het scherm ACTIVE ALARMS (actieve alarmen) geeft alle actieve alarmen weer. Het actieve alarm- bericht wijst de gebruiker op het mogelijke probleem. Wanneer er een probleem door het systeem wordt gedetecteerd, wijst System View de bestuurder op het mogelijke probleem door de alarmgegevens in het informatievenster onder aan het scherm weer te geven.
Pagina 52
SYSTEEM Actieve alarmen Helm Active Alarms (Actieve alarmen op het dashboard) Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up-scherm) PORT HEAD OVRHT De motor is oververhit. Raadpleeg de Hand- STBD HEAD OVRHT leiding voor gebruik en onderhoud van de COMPRESS OVRHT motor voor informatie over oververhitting. BATTERY VOLT HI Accuspanning boven de toegestane limiet.
Pagina 53
SYSTEEM Actieve alarmen Helm Active Alarms (Actieve alarmen op het dashboard) Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up-scherm) PITOT CKT HI/LO Probleem met het pitot-sensorcircuit. Laat het systeem door uw dealer nakijken. PRT COOL OVRHT De motor is oververhit. Raadpleeg de Hand- leiding voor gebruik en onderhoud van de motor voor informatie over oververhitting.
Pagina 54
SYSTEEM Actieve alarmen Helm Active Alarms (Actieve alarmen op het dashboard) Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up-scherm) ECT OVRHT Watertemperatuur in motor is te heet. Pro- bleem met koelsysteem. Laat de motor door uw dealer nakijken. GUARDIAN Het bewakingssysteem probeert de motor te beschermen door de motorsnelheid te verlagen.
SYSTEEM Alarmgeschiedenis Alarm History (alarmgeschiedenis) De ALARM HISTORY (alarmgeschiedenis) toont alle alarmen die actief zijn of actief zijn geweest sinds de laatste keer dat de motor is aangezet. Alarmgeschiedenis bekijken: 1. Open de directory ALARM HISTORY (alarmgeschiedenis). De directory geeft de alarmge- schiedenis weer.
Pagina 56
INSTALLEREN INSTALLEREN Hoofdstuk 8 Inhoudsopgave System View Installeren ............Onderdelen .
INSTALLEREN SYSTEM VIEW INSTALLEREN Onderdelen: REF. AANT. OMSCHRIJVING ONDERDEELNUMMER 879948T04 Pasplaat 879947T03 System View met afdichting 79-888923K05 Oliekeerring Schroef 10-66687 Vlakke sluitring 12-56681 Vleugelmoer 11-816874 Montage-adapter 859021 Sluitring 12-859029 Moer 11-859022 Temperatuursensor 885342001 SmartCraft-draadboom 84-882755T02 Speciale instructies Reinig de lens alleen met water. Informatie over installeren WAARSCHUWING Koppel beide accukabels los bij de accu voordat u probeert om de meters te installeren.
INSTALLEREN System View installeren 1. Kies een plaats voor System View waar u dit achter het instrumentenpaneel goed kunt zien en bereiken. 2. Maak een montagegat van de opgegeven afmetingen. 6-11/16 in. 9/16 in. Metrische omzetting 3/4 in. Diameter 3/4 in. 7/32 5 mm 12,7 mm...
INSTALLEREN Bedrading MODELLEN ZONDER ELEKTRONISCHE GAS-/SCHAKELFUNCTIE NB: Er is verlengbedrading van 3 ft., 10 ft. en 30 ft. verkrijgbaar voor de System Link-meters. (84-880756b-3,10,30) – TAN = Beige BLUE = Blauw PURPLE = Paars WHITE = Wit System View display-draadboom verbinding System Link-meter –...
Pagina 60
INSTALLEREN Bedrading MODELLEN MET ELEKTRONISCHE GAS-/SCHAKELFUNCTIE – ENKELE MOTOR NB: Er is verlengbedrading van 3 ft., 10 ft. en 30 ft. verkrijgbaar voor de System Link-meters. (84-880756b-3,10,30) – BLUE = Blauw WHITE = Wit System View draadboom DTS Command Module verbinding System Link-meter –...
Pagina 61
INSTALLEREN Bedrading MODELLEN MET ELEKTRONISCHE GAS-/SCHAKELFUNCTIE – DUBBELE MOTOREN NB: Er is verlengbedrading van 3 ft., 10 ft. en 30 ft. verkrijgbaar voor de System Link meters. (84-880756b-3,10,30) – BLUE = Blauw WHITE = Wit System View display-draadboom verbinding System Link meter – (stuurboord) verbinding System Link meter –...
INSTALLEREN Optionele GPS-eenheid op System View aansluiten NB: De GPS-eenheid moet aan NMEA-interfacenorm 0183, V1.5, V2.0 of een nieuwere compatibele versie van de National Marine Electronic Association voldoen. Kijk eerst naar het bedradingsschema van de GPS en bepaal welke twee draden de GPS-uitgangs- draden zijn.
Pagina 63
INDEX INDEX Hoofdstuk 9 Active Alarms (Actieve alarmen) ..7-11 Helderheid ......Alarm History (Alarmgeschiedenis) .
Pagina 64
INDEX Schoepenwielfrequentie ... . . Sea Temp Offset (zeewatertemperatuurcompensatie) 6-4 Selectie van schermen favorieten/pagina ....Sensors .