INLEIDING Inleiding Het display van SC5000 System View is een veelomvattend bootinformatiecentrum. Met System View kan de bestuurder van de boot allerlei kritieke bedrijfsinformatie ontvangen, die duidelijk en ogenblikkelijk op het LCD-display van het dashboard wordt weergegeven. System View be- waakt en rapporteert continu informatie variërend van standaard bedrijfsgegevens tot gedetail- leerde vaartuigomgevingsinformatie.
INLEIDING Gebruik van toetsenblok LOCATIE OP SYSTEM VIEW Alle functies van System View worden uitgevoerd met behulp van pictogrammen en tekstselectie. Menukeuze- schakelaar Select (selecteren) Home De MENUKEUZESCHAKELAAR regelt alle bewegingen op-en-neer en zijwaarts bij functieprompts op het scherm. De toets SELECT (selecteren) wordt gebruikt om de opties op het scherm te selecte- ren en de invoer van gegevens te bevestigen.
Pagina 6
INLEIDING Gebruik van toetsenblok LOCATIE OP AFSTANDSBEDIENING Console-afstandsbediening Paneel-afstandsbediening Console-afstandsbediening 1. Menukeuzeschakelaar – Wordt gebruikt om alle op-en-neer en zijwaartse bewegingen bij de System View functieprompts op het scherm te regelen. 2. Toets Select – Kan worden gebruikt om System View-opties op het scherm te selecteren en de invoer van gegevens te bevestigen.
OM TE BEGINNEN System View opstarten Wanneer u de hoofdschakelaar aanzet, wordt System View opgestart. System View doorloopt een reeks opstartschermen die hieronder zijn afgebeeld. Wanneer u op SELECT (selecteren) drukt, pauzeert het scherm. Displayschermen Opstartschermen De opstartschermen kunnen zo worden ingesteld dat de homepage (stap 1) of het laatste display vóór het uitzetten (stap 2) wordt weergegeven.
OM TE BEGINNEN Displayschermen Homepagescherm Langs de onderkant van de homepage vindt u zes hoofddirectorykeuzes op het scherm. Markeer de directorykeuze met de menuschakelaar. Druk op SELECT (selecteren) om uw keuze te bevestigen en het directoryscherm te openen. NAV-FUEL (navigatie-brandstof; PROPULSION (voortstuwing;...
Pagina 10
OM TE BEGINNEN Displayschermen Homepagescherm (vervolg) De bovenste helft van de homepage geeft motor- en vaartuiggegevens weer. De motorgegevens worden van sensors op de motor en de vaartuiggegevens worden van sensors op het vaartuig ont- vangen. De aanvankelijke lay-out varieert, afhankelijk van het feit of er een of twee motoren zijn geïnstalleerd. Standaardwaarden voor de motorgegevens omvatten o.a.
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen De gegevensdisplayschermen worden geselecteerd in het hoofddirectorymenu op de homepage. Het pictogram voor de selectie van het huidige directorymenu wordt linksboven op het display weer- gegeven. Informatie op het scherm wordt weergegeven in het informatievenster onderaan het scherm. Alarmmelding –...
Pagina 12
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen Verklarende woordenlijst Gegevens Scherm Plaats van directory Motorgegevensscherm(en) Motorgegevensscherm(en) is een serie displays die verschillende motorgegevens weergeven. VOORTSTUWING Motortoerental en vaarsnelheid Geeft het motortoerental en de vaarsnelheid weer. VOORTSTUWING Motortoerensynchronisator Twee motoren – geeft het verschil in motortoeren- tal (RPM) tussen de bakboord- en stuurboordmo- tor weer.
Pagina 13
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen Verklarende woordenlijst Gegevens Scherm Plaats van directory Steering Position (stuurstand) Geeft de stuurstand in graden weer. VAARTUIG Tank Status (status van tanks) Toont het peil in de tanks van het vaartuig. VAARTUIG Tankpeilen Geeft het peil in elke tank weer. VAARTUIG Vessel Status (vaartuigstatus) Geeft het volgende weer Motorlooptijd...
Pagina 14
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen Verklarende woordenlijst Gegevens Scherm Plaats van directory Depth Plot (dieptecurve) Geeft een curve van diepte t.o.v. tijd weer zoals geregistreerd in de afgelopen 16 seconden. NAVIGATIE-BRANDSTOF Omgeving Geeft de vaarsnelheid, diepte, luchttemperatuur en zeewatertemperatuur weer. NAVIGATIE-BRANDSTOF Estimated Fuel Range (geschat brandstofbereik)
OM TE BEGINNEN Displayschermen Alarmberichtschermen Wanneer er een probleem wordt ontdekt, waarschuwt System View de bestuurder. Spoor de oorzaak van het probleem aan de hand van de volgende stappen op: 1. Er verschijnt een pop-up-scherm met een alarmbericht. Als er meerdere alarmen zijn, toont het display het laatst geactiveerde alarm.
OM TE BEGINNEN Kalibratie voor aanvankelijke setup Voordat u de System View-functies gebruikt, moet u enkele setupkalibraties uitvoeren om ervoor te zorgen dat de System View voldoet aan de specifieke vereisten van uw installatie. Voer de volgende setupstappen uit: 1. Nadat System View is opgestart ziet u een begroetingspagina. U kunt op dit moment desgewenst het contrast en de taal instellen.
Pagina 17
OM TE BEGINNEN Kalibratie voor aanvankelijke setup 5. Kies de motorconfiguratie voor System View. 6. Druk op SELECT (selecteren) om verder te gaan. Eén Twee Drie Vier motor motoren motoren motoren 90-888937B JUNI 2002 Pagina 2-11...
Pagina 18
OM TE BEGINNEN Kalibratie voor aanvankelijke setup 7. Geef aan of het systeem elektrisch bestuurd is. Druk op SELECT (selecteren) om verder te gaan. 8. Selecteer de afstandsbediening die wordt gebruikt. Druk op SELECT (selecteren) om verder te gaan. SELECTIE CONSOLE- OF PANEELBESTURING 9.
Pagina 19
OM TE BEGINNEN Kalibratie voor aanvankelijke setup SELECTIE NULKRACHT SPORTBESTURING 11. Zet de stuurknuppels op de gekozen standen (a t/m e), zoals staat aangegeven, zodat het sys- teem alle standen kan aanleren. Voer stap a t/m e als volgt uit: a.
Pagina 20
OM TE BEGINNEN Kalibratie voor aanvankelijke setup 13. Selecteer de draairichting van de schroef voor elke motor. Druk op SELECT (selecteren) om verder te gaan. NB: System View stelt u in staat om de namen te kiezen van de tanks die u op het scherm wilt zien. U kunt twee tanks per motor kiezen.
Pagina 21
OM TE BEGINNEN Kalibratie voor aanvankelijke setup NB: De brandstoftank moet worden gekalibreerd zodat System View het brandstofbereik kan weer- geven. 18. U kunt het brandstoftankpeil op twee manieren kalibreren: a. Methode 1 – Selecteer DEFAULT (standaard) – System View geeft automatisch een geschatte bereikwaarde weer, gebaseerd op standaard sensorwaarden.
Pagina 22
OM TE BEGINNEN Kalibratie voor aanvankelijke setup 19. Voer uw bestaande sleutelcodenummer van vier cijfers in of maak als volgt een nieuw nummer aan: NB: De keyless-code (gebruikerscode zonder sleutel) voorkomt dat System View onbedoeld wordt aangezet wanneer men de HOME (voeding) knop gebruikt. Nadat er een keyless-code is ingesteld, heeft System View het codenummer nodig om System View op te kunnen starten met de HOME (voeding) knop.
Pagina 23
VOORTSTUWING VOORTSTUWING Hoofdstuk 3 Inhoudsopgave Informatie over voortstuwing ............De directory Propulsion (Voortstuwing) openen .
VOORTSTUWING Informatie over voortstuwing In dit hoofdstuk vindt u een volledige beschrijving van de displayschermen in de directory PROPULSION (Voortstuwing) van System View. Enkele van de voortstuwingsfuncties zijn: • Regeling voor langzaam varen • Motortoerental gecombineerd met vaarsnelheid • Display voor twee motoren-synchronisator •...
VOORTSTUWING Schermen voor voortstuwingsgegevens Motortoerental/snelheid Dit scherm geeft het motortoerental (omw/min) en de vaarsnelheid weer. ÉÉN MOTOR TWEE MOTOREN PITOT SCHOE- PENWIEL GEEN Snelheidssensors – Dit venster toont de sensor die momenteel het snelheidssignaal stuurt. De snelheidssensor wordt automatisch geselecteerd uit de beschikbare sensors. Peak Speed at RPM (topsnelheid bij bepaald toerental) Dit scherm registreert de topsnelheid die de boot heeft bereikt en het bijbehorende motortoerental zoals gemeten sinds de laatste reset.
VOORTSTUWING Schermen voor voortstuwingsgegevens Synchronisator motortoerental – twee motoren Dit scherm geeft het verschil in motortoerental (omw/min) tussen de bak- en stuurboordmotor weer. Het maakt gasbijstelling mogelijk zodat de motoren gelijk blijven draaien. Motor Motor stuurboord bakboord Motorgegevensscherm(en) Motorgegevensscherm(en) omvat een reeks displays die diverse motorgegevens weergeven. NB: Het is mogelijk dat niet alle vermelde schermen voor uw type motor beschikbaar zijn.
VOORTSTUWING Schermen voor voortstuwingsgegevens Trimpositie Dit display geeft de stand van de voortstuwingseenheid weer die is verkregen door de trim- en trailer- stand in te stellen. ÉÉN MOTOR 0 = Omlaag getrimd 10 = Omhoog getrimd 25 = Volledig opgeklapt TWEE MOTOREN 0 = Omlaag getrimd 10 = Omhoog getrimd...
VOORTSTUWING Schermen voor voortstuwingsgegevens Troll Control (Regeling voor langzaam varen) NB: Afhankelijk van uw motortype is de functie Regeling voor langzaam varen wellicht niet beschikbaar. TWEE MOTOREN ÉÉN MOTOR WERKING BELANGRIJK: Om obstakels te vermijden, moet de gebruiker het dashboard constant in de gaten houden wanneer hij de regeling voor langzaam varen gebruikt.
Pagina 29
VAARTUIG VAARTUIG Hoofdstuk 4 Inhoudsopgave Informatie over het vaartuig ............De directory Vessel (vaartuig) openen .
VAARTUIG Informatie over het vaartuig Dit hoofdstuk geeft een complete beschrijving van de displayschermen in de directory VESSEL (vaartuig) van System View. Enkele van de vaartuigfuncties zijn: • stand van stuurhoek • status van brandstof-, olie-, vuilwater- en watertank • status van vaartuig De directory Vessel (vaartuig) openen Om de directory VESSEL (vaartuig) te openen, markeert u met de menuschakelaar de directory...
VAARTUIG Schermen voor vaartuiggegevens Steering Position (stuurstand) Dit scherm geeft de stuurstand in graden weer. NB: Deze functie is niet voor alle motortypen beschikbaar. NB: Als de stand van de stuurhoek het tegenovergestelde van de juiste richting is, kan deze worden omgekeerd zodat hij naar behoren wordt weergegeven.
VAARTUIG Schermen voor vaartuiggegevens Brandstoftanks Geeft het peil in elke tank weer. Water- en vuilwatertanks Geeft het peil in elke tank weer. Pagina 4-4 90-888937B JUNI 2002...
VAARTUIG Schermen voor vaartuiggegevens Vessel Status (status van vaartuig) Geeft de huidige vaartuiginformatie weer. 1. Geeft de bedrijfstijd in uren weer. 2. Geeft de totale hoeveelheid resterende brandstof weer. 3. Geeft het peil in de andere tanks weer. Schoon water en vuil water, indien aangesloten. 4.
Pagina 34
NAVIGATIE/BRANDSTOF NAVIGATIE/BRANDSTOF Hoofdstuk 5 Inhoudsopgave Informatie over navigatie/brandstof ........... De directory Navigation/Fuel (navigatie/brandstof) openen .
NAVIGATIE/BRANDSTOF Informatie over navigatie/brandstof In dit hoofdstuk vindt u een volledige beschrijving van de displayschermen in de directory NAV-FUEL (navigatie-brandstof) van System View. Enkele van de navigatie/brandstoffuncties zijn: • Navigatieschermen • Next Waypoint Data (gegevens over volgende bestemming) • Trip History Log (tochtlogboek) •...
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Navigatieschermen BELANGRIJK: Dit apparaat is bedoeld als een navigatiehulpmiddel en mag kaarten op papier niet vervangen. Een zorgvuldige navigator vertrouwt nooit op slechts één methode om posi- tiegegevens te verkrijgen. NB: Om de navigatieschermen te kunnen gebruiken moet uw vaartuig een GPS-ontvanger met een uitgangsspanning van NMEA 0183 V1,5 of V2,0+ hebben en op System View zijn aangesloten.
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Navigatieschermen SCHERM 2 – NEXT WAYPOINT DATA (gegevens over volgende bestemming) Wanneer u naar een bestemming navigeert, geeft dit scherm u de volgende navigatie-informatie: 1. DIST TO GO – Resterende afstand tot de volgende bestemming. 2. TIME TO GO – Dit is de tijd tot uw bestemming bij de huidige snelheid. 3.
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Depth (diepte) DEPTH (diepte) geeft de diepte van het water weer. NB: Om de diepte en het alarmpeil voor ondiep water in te stellen kunt u het menu “Instellingen/sen- sors” in hoofdstuk 6 raadplegen. Depth Plot Line (dieptecurve) DEPTH PLOT (dieptecurve) geeft een curve van diepte t.o.v.
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Omgeving Dit scherm geeft de snelheid, diepte, lucht- en zeewatertemperatuur weer. 1. Geeft de diepte van het water weer. 2. Geeft de snelheid van de boot weer. 3. Geeft de luchttemperatuur weer. 4. Geeft de zeewatertemperatuur weer. Seawater Temp Plot (zeewatertemperatuurcurve) SEAWATER TEMP PLOT (zeewatertemperatuurcurve) geeft een curve van zeewatertemperatuur t.o.v.
NAVIGATIE/BRANDSTOF Schermen voor navigatie/brandstofgegevens Estimated Fuel Range (geschat brandstofbereik) ESTIMATED FUEL RANGE (geschat brandstofbereik) geeft het geschatte bereik en de resterende brandstof weer, alsook de huidige totale brandstofstroom. 1. Het geschatte brandstofbereik is gebaseerd op de vaarsnelheid, het brandstofverbruik en de in de tank resterende brandstof.
Pagina 41
INSTELLINGEN INSTELLINGEN Hoofdstuk 6 Inhoudsopgave Informatie over instellingen ............De Settings Directory (instellingen) openen .
INSTELLINGEN Informatie over instellingen Dit hoofdstuk geeft een complete beschrijving van de instellingsschermen in de directory SETTINGS (instellingen) van System View. In dit hoofdstuk kunt u System View zodanig configureren dat de informatie op de door u gewenste wijze wordt weergegeven. Enkele van de instellingsfuncties zijn: •...
INSTELLINGEN Instellingsopties Contrast/Lighting/Clock (contrast/verlichting/klok) Een instelling veranderen: 1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren. 2. Druk op A" om het menuvak te bewerken. 3. Druk op SELECT (selecteren) om de instellingen te accepteren. CONTRAST (translation) – Wijzig met de schuifbalk het contrast op de display als de temperatuur of het licht verandert.
INSTELLINGEN Instellingsopties Units/Language/Offsets (eenheden/taal/compensatie) Een instelling veranderen: 1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren. 2. Druk op A" om het menuvak te bewerken. 3. Druk op SELECT (selecteren) om de instellingen te accepteren. UNITS ENG (eenheden Engels) – Hiermee kunt u het Engelse of metrische formaat voor de maateenheden selecteren.
INSTELLINGEN Instellingsopties Home Page Data (homepagegegevens) 1. Bekijk de HOME PAGE DATA (Homepagegegevens) en bepaal of er gegevens zijn die u wilt ver- anderen. Druk op YB om een functie te selecteren. Druk op A" om de functie te bewerken. VOLTS SPEED H20 PSI...
PADDLE FREQ (schoepenwielfrequentie) – De frequentie voor het schoepenwiel kan gewijzigd worden zodat deze overeenstemt met de vereisten van verschillende sensors. De frequentie van de door Mercury Marine gele- verde schoepenwielsnelheidssensor is 4,9 Hz per mijl of 5,7 Hz per knoop.
INSTELLINGEN Instellingsopties Preferences (voorkeuren) Een instelling veranderen: 1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren. 2. Druk op A" om het menuvak te bewerken. 3. Druk op SELECT (selecteren) om de instellingen te accepteren. ALERT HORN MUTE (waarschuwingshoorn dempen) – System View heeft een waarschuwingshoornalarm. U kunt een alarm instellen dat een waarschuwingssignaal geeft voor verscheidene storingsalarmen en voor een ondiep- of diepwateralarm.
INSTELLINGEN Instellingsopties Favorites/Page Status (status van favorieten/pagina) Met de Favorites/Page Status (status van favorieten/pagina) kunt u één van de twee volgende opties selecteren: 1. Stelt u in staat om uw voorkeursschermen te kiezen en in de directory FAVORITES (favorieten) te plaatsen om ze snel te kunnen bekijken. De schermen worden ook nog in hun respectievelijke menu getoond.
Pagina 49
SYSTEEM SYSTEEM Hoofdstuk 7 Inhoudsopgave Informatie over het systeem ............De systeemdirectory openen .
SYSTEEM Informatie over het systeem Dit hoofdstuk geeft een complete beschrijving van de scherminstellingen in de directory SYSTEM (systeem) van System View. Enkele van de systeemfuncties zijn: • onderhoudslogboek • actieve alarmen • alarmgeschiedenis • systeemkalibratie De systeemdirectory openen Om de SYSTEM directory (systeemdirectory) te openen markeert u met de menuschakelaar de SYSTEM directory (systeemdirectory) uit de menukeuze.
SYSTEEM Systeemkalibratie System Calibration (systeemkalibratie) De systeemkalibratie bestaat uit de volgende menu’s: • Tank configuration (tankconfiguratie) • Trim calibration (trimkalibratie) • Factory defaults (fabrieksinstellingen) • User keyless code (“keyless”-code) System Calibration (systeemkalibratie) oproepen BELANGRIJK: Om de menu’s van de systeemkalibratie op te roepen moet u de motor(en) uitzetten om System View opnieuw te activeren.
SYSTEEM Systeemkalibratie Tank Configuration (tankconfiguratie) NB: System View stelt u in staat om de namen te kiezen van de tanks die u op het scherm wilt zien. U kunt twee tanks per motor kiezen. 1. Als u de naam van de tank(s) wilt veranderen, markeert u de tank waarvan u de naam wilt veran- deren.
Pagina 53
SYSTEEM Systeemkalibratie Tank Configuration (tankconfiguratie) (vervolg) NB: De brandstoftank moet worden gekalibreerd zodat System View het brandstofbereik kan weer- geven. 3. U kunt het brandstoftankpeil op twee manieren kalibreren: a. Methode 1 – Selecteer DEFAULT (standaard) – System View zal automatisch een geschat- te bereikwaarde geven gebaseerd op standaard sensorwaarden.
SYSTEEM Systeemkalibratie Trim Calibration (trimkalibratie) TRIMSENSOR KALIBREREN Trim kalibreren: 1. Open het menu TRIM CALIBRATION (trimkalibratie). 2. TRIM ENG DOWN (motor omlaag trimmen): Druk op de toets SELECT (selecteren) om het scherm DOWN (Naar beneden) te openen. Trim de motor helemaal omlaag. Druk op SELECT (selecteren) om op te slaan en naar het volgende scherm te gaan.
SYSTEEM Systeemkalibratie Factory defaults (fabrieksinstellingen) RESET SETTINGS DIRECTORY (directory Instellingen resetten) Brengt alle instellingen terug naar de oorspronkelijke instellingswaarden van System View. Alle instellingen op de oorspronkelijke instellingswaarden terugzetten: 1. Open het menu FACTORY DEFAULTS (fabrieksinstellingen). 2. Druk op YB om de keuze RESET SETTINGS DIRECTORY (directory Instellingen resetten) te markeren.
SYSTEEM Systeemkalibratie User Keyless Code (gebruikerscode zonder sleutel) De gebruikerscode zonder sleutel kan worden ingesteld om te voorkomen dat System View onbe- doeld wordt aangezet wanneer men de HOME (voeding) knop gebruikt. Nadat er een gebruikerscode zonder sleutel is ingesteld, heeft System View het codenummer nodig om System View op te kunnen starten met de HOME (voeding) knop.
Pagina 57
SYSTEEM Onderhoudslogboek Maintenance Log (Onderhoudslogboek) BEDRIJFSTIJD REGISTREREN Met het onderhoudslogboek kunt u de huidige bedrijfstijd van de motor bij elke onderhoudsbeurt registreren. De onderhoudsbeurten moeten worden uitgevoerd op de tijdstippen die staan aangege- ven in uw Handleiding voor gebruik en onderhoud van de motor. Bedrijfstijd van de motor registreren bij onderhoudsbeurten: 1.
Pagina 58
SYSTEEM Actieve alarmen Active Alarms (actieve alarmen) Het scherm ACTIVE ALARMS (actieve alarmen) geeft alle actieve alarmen weer. Het actieve alarm- bericht wijst de gebruiker op het mogelijke probleem. Wanneer er een probleem door het systeem wordt gedetecteerd, wijst System View de bestuurder op het mogelijke probleem door de alarmgegevens in het informatievenster onder aan het scherm weer te geven.
SYSTEEM Actieve alarmen Actieve alarmen Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up-scherm) PRT/STRB COOL OVRHT De motor is oververhit. Raadpleeg de COMP TMP OVRHT Handleiding voor gebruik en onder- BLK PSI LO houd van de motor voor informatie over oververhitting. SYSTEM ALARM BATTERY VOLTS HI/LO Het elektrische systeem laadt niet of de acculading is te laag.
Pagina 60
SYSTEEM Actieve alarmen Actieve alarmen Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up-scherm) SWITCH ACTIVITY 0 IN FUEL Water in het waterscheidend brand- stoffilter heeft het brandstofniveau bereikt. Het water kan uit het filter verwijderd worden. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onder- houd van de motor.
SYSTEEM Alarmgeschiedenis Alarm History (alarmgeschiedenis) De ALARM HISTORY (alarmgeschiedenis) toont alle alarmen die actief zijn of actief zijn geweest sinds de laatste keer dat de motor is aangezet. Alarmgeschiedenis bekijken: 1. Open de directory ALARM HISTORY (alarmgeschiedenis). De directory geeft de alarmgeschie- denis weer.
Pagina 62
INSTALLEREN INSTALLEREN Hoofdstuk 8 Inhoudsopgave System View DTS installeren ............Onderdelen .
INSTALLEREN System View DTS installeren Onderdelen: System View Afdichting (11-879900) Schroef (10-66687) Vlakke ring (12-56681) Vleugelmoer (11-816874) Contactschakelaar (87-88107A8) Draadboom – Paneelmontage (84-882756A1) Draadboom – Console met enkele hendel (84-882754A1) Draadboom – Console met twee hendels /Zero Effort (84-880196A1) Assemblage buitentemperatuursensor (56-820386-A76) Speciale aanwijzingen Reinig de lens alleen met water.
INSTALLEREN 2. Maak een montagegat van de opgegeven afmetingen. 6-11/16 in. 9/16 in. Metrische omzetting Diameter 3/4 in. 5 mm 7/32 12,7 mm 14,4 mm 9/16 19,0 mm 2-1/2 in. 4.0 in. 63,5 mm 2-1/2 5-9/16 in. 101,6 mm 141,2 mm 5-9/16 169,67 mm 6-11/16...
INSTALLEREN Contactschakelaar installeren ONDERDELEN IN DE SET Contactsleutel Sleutelhoesje (90468A1) Montageplaat Tapeind (16-55422) Vulringen – kort (812711-1), lang (812711) Zeskantmoer (11-68219) Ring (12-24676) Montagebeugel (76424) Contactschakelaar Borgring (13-89989) INSTALLEREN 1. Selecteer een plaats op het instrumentenpaneel (bereikbaar met de draadboom) voor de contactschakelaar.
INSTALLEREN Contactslot installeren (vervolg) 4. Zet de contactschakelaar met de borgring en de moer vast op de montageplaat. 5. Zet de montageplaat zoals afgebeeld vast op het dashboard. NB: Op een dun dashboard kunt u pasringen nodig hebben om voldoende afstand te verkrijgen tussen de montagemoeren/sluitringen en de achterkant van de contactschakelaar als u de contactschakelaar op het dashboard vastzet.
INSTALLEREN Bedradingsinstructies Installatierichtlijnen voor de onderdelen van het DTS-systeem WAARSCHUWING Om de kans op ernstig of dodelijk lichamelijk letsel door controleverlies over de boot te vermijden, mag het isolatiemateriaal rond de draden van het DTS-systeem nooit gespleten of doorboord worden. Als het isolatiemateriaal wordt gespleten of doorboord, kan er water in de bedrading komen.
INSTALLEREN Bedradingsinstructies Installatierichtlijnen voor de onderdelen van het DTS-systeem CONNECTORS CONNECTORS Illustratie van 10-pens connector BELANGRIJK: Controleer of de contacten niet uit de achterkant van de connector zijn getrokken. De con- tacten moeten door de paarse borgplaat zichtbaar zijn. Zorg ervoor dat de connectoruiteinden van een paarse borgplaat (a) zijn voorzien.
Pagina 69
INSTALLEREN Bedradingsinstructies Installatierichtlijnen voor de onderdelen van het DTS-systeem AANSLUITDOOS WAARSCHUWING Teneinde de kans op ernstig of dodelijk lichamelijk letsel door verlies van de controle over de boot te vermijden, mogen de kabels nooit bij de verdeelkast loshangen. Bevestig alle aan- sluitingen op de aansluitdoos binnen een afstand van 254 mm (10 in.) vanaf de aansluitdoos.
Pagina 70
BELANGRIJK: Gebruik de juiste contactschakelaar. Als u een contactschakelaar gebruikt die niet door Mercury Marine is geleverd, zorg er dan voor dat deze aan de onderstaande vereis- ten voldoet.
Pagina 71
INSTALLEREN Bedradingsinstructies Bedradingsaccessoires Aansluitdozen Aansluitdoos Aansluitdoos 8-wegs eindweerstand weerbestendige dop 6-wegs 4-wegs 859318T-2 859318T-1 878492A4 878492A6 878492A8 * Zie voor de juiste plaatsing van eindweerstanden de bedradingsinstructies hieronder. * * Alle ongebruikte aansluitdoospoorten moeten met deze weerbestendige doppen afgedekt worden. 84-879969T SC5000 datadraadboom zonder eindweerstand 2 m (6 ft) 3 m (10 ft)
INSTALLEREN Bedradingsinstructies System View-draadboom aansluiten – Enkele motor met besturing op paneel NB: Zorg voor speling in deze draadboom BLK = zwart 254 mm 254 mm YEL = geel (10 in.) (10 in.) WHITE = wit BLUE = blauw Naar motor System View afstandsbediening contactschakelaar...
INSTALLEREN Bedradingsinstructies System View-draadboom aansluiten – Enkele motor met besturing op console NB: Zorg voor speling in deze twee draadbomen 254 mm 254 mm (10 in.) (10 in.) BLK = zwart YEL = geel WHITE = wit BLUE = blauw Naar motor System View afstandsbediening...
Pagina 74
INSTALLEREN Bedradingsinstructies System View-draadboom aansluiten – Enkele motor met Zero Effort Sport-bediening RED = rood 254 mm 254 mm GREEN = groen (10 in.) (10 in.) WHITE = wit BLUE = blauw TAN = beige PURPLE = paars Naar motor System View afstandsbediening contactschakelaar...
Pagina 75
INDEX INDEX Hoofdstuk 9 Alarms – Active (Actieve alarmen) ..7-10 Informatie over het systeem ... Alarm History (Alarmgeschiedenis) ..7-13 Informatie over instellingen .
Pagina 76
INDEX Selectie van schermen favorieten/pagina 6-8 Sensordetectie resetten ....Sensors ......Settings Directory (Instellingen) .