Sensepoint XCD Technisch Handboek
6
Elektrische aansluitingen
Sensepoint XCD is ontworpen voor installatie en gebruik in gevaarlijke zones 1 of 2 in talloze
landen zoals Europa en Division 1 of 2 zones in Noord-Amerika.
De installatie moet gebeuren conform de geldende normen van de bevoegde overheid in het
Bij het uitvoeren van werkzaamheden mag alleen opgeleid personeel de detector openen.
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet men steeds nagaan of alle lokale regels en
procedures van de locatie zijn gevolgd. De geldende normen moeten worden gevolgd om de
Let op als u de Sensepoint XCD sensorpatroon uit de sensorbus haalt of weer in de
sensorbus plaatst, zodat de aansluitpennen niet beschadigd raken.
Voor installaties waarbij leidingen zijn gebruikt, en de sensor direct is gemonteerd op
de Sensepoint XCD, moet er een "lekdichte dichting" zijn geïnstalleerd voor elk van de
kabelglaningangen binnen 45 cm van de Sensepoint XCD. De totale afstand van de plaats
van deze lekdichte dichtingen is 45 cm. (bijv. als alle 3 de glaningangen moeten worden
gebruikt, moeten 3 lekdichte dichtingen worden aangebracht, elk binnen 15 cm van de
Bij gebruik van een antihechtende samenstelling moeten de draden licht worden behandeld
met een gekeurde siliconenvrije samenstelling, zoals bijv. petrolatum.
Om het risico van ontsteking in gevaarlijke atmosferen te verminderen, declassificeert u de
zone of koppelt u de apparatuur los van de voeding voordat u de detectorbehuizing opent.
Probeer in een potentieel gevaarlijke omgeving nooit een aansluitdoos/behuizing te
openen of de sensor te vervangen/terug te zetten terwijl de stroomtoevoer naar de zender
Voor de elektrische veiligheid en om radio-interferentie te beperken moet de detector geaard
zijn. Er zijn aardingspunten voorzien aan de binnen- en buitenkant van de eenheid. Zorg
ervoor dat alle afschermingen / instrumentaarde / storingsvrije aardingsbedrading geaard
zijn op één punt (aan de controller of detector - MAAR NIET BEIDE) om valse alarmen door
Wees voorzichtig bij het behandelen van sensors. Deze kunnen immers corrosieve
Probeer de sensor nooit te saboteren of te demonteren.
Stel het apparaat niet bloot aan temperaturen buiten het geadviseerde bereik.
Stel sensors niet bloot aan organische oplosmiddelen of brandbare vloeistoffen.
Als elektrochemische sensors voor zuurstof- en toxisch gas zijn opgebruikt, moeten deze op
een milieuvriendelijke wijze worden verwijderd. Dit moet gebeuren conform de plaatselijke
bepalingen voor afvalverwerking en de milieuwetgeving.
Oud vervangbare sensors mogen ook worden geretourneerd naar Honeywell Analytics.
Verpak deze goed en markeer deze duidelijk voor milieuvriendelijke afvalverwerking.
Elektrochemische sensoren mogen NIET worden verbrand, omdat daarbij schadelijke dampen
Neem bij de installatie de plaatselijke of landelijke voorschriften in acht. Voor Europa zie
WAARSCHUWINGEN
betreffende land.
algemene certificatie van de detector te behouden.
bedradingsingang).
Houd de module goed gesloten tijdens het gebruik.
ingeschakeld is.
aardingslussen te voorkomen.
oplossingen bevatten.
kunnen vrijkomen.
EN60079-29-2, EN60079-14, EN45544-4 en EN61241-14.
SPXCDHMANDT Uitgave 8
18