Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding
Wi-Fi Direct-instellingen configureren
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met andere
apparaten. De printer fungeert zelf als toegangspunt. De verbindingsmodus varieert, afhankelijk van de vraag of
Wi-Fi-instellingen zijn geconfigureerd.
Belangrijk:
c
Wanneer u de computer of het smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding, is de printer
verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en vindt communicatie tussen
de beide apparaten plaats. Omdat de computer of het smart device automatisch wordt verbonden met het andere
verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het
vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanaf de computer of het smart device opnieuw
verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding. Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt
maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi-netwerk te gebruiken door de printer te
verbinden met een toegangspunt.
Gerelateerde informatie
"Wi-Fi Direct-instellingen configureren wanneer Wi-Fi is uitgeschakeld (modus Eenvoudig toegangspunt)" op
&
pagina 30
"Wi-Fi Direct-instellingen configureren wanneer Wi-Fi is ingeschakeld (Wi-Fi Direct-modus)" op pagina 31
&
Wi-Fi Direct-instellingen configureren wanneer Wi-Fi is uitgeschakeld (modus
Eenvoudig toegangspunt)
Opmerking:
In deze modus kan de printer tegelijkertijd zijn verbonden via Ethernet. U kunt bovendien tot vier apparaten met de printer
verbinden.
1. Druk op
op het startscherm.
2. Selecteer Wi-Fi instellen.
3. Selecteer Wi-Fi Direct instellen.
4. Selecteer Verbinding instellen.
5. Selecteer Doorg..
Als u het wachtwoord wilt wijzigen, selecteert u Wachtwoord wijzigen en volgt u de instructies op het scherm.
6. Beweeg door het scherm en controleer de SSID en het wachtwoord. Selecteer in het scherm voor
netwerkverbinding van de computer of het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die wordt weergegeven
op het bedieningspaneel van de printer om verbinding te maken.
7. Voer het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
8. Nadat de verbinding is gemaakt, drukt u op de knop Klaar op het bedieningspaneel van de printer.
Gerelateerde informatie
"De status van de netwerkverbinding controleren" op pagina 33
&
Netwerkinstellingen
30
Advertenties
Inhoudsopgave
