kan Paul ervoor zorgen dat de doeltemperatuur snel en efficiënt wordt be-
reikt en wordt gehandhaafd. Paul voorkomt zo sterke temperatuurdalingen
en voortdurend in- en uitschakelen van het apparaat. De automodus wordt
gedeactiveerd als het verwarmingsvermogen handmatig wordt gewijzigd
(9).
Info: Zodra de doeltemperatuur is bereikt, wordt het verwarmingselement
van het apparaat uitgeschakeld en knippert de temperatuurindicator op
de display.
8. De zwenkfunctie kunt u activeren door op een van de knoppen «Swing
Mode» (11) op de linker- en rechterkant van de behuizing te drukken. Het
apparaat draait nu onder een hoek van ongeveer 90° om voor een brede
verspreiding van de warmte te zorgen. Druk nogmaals op de knop «Swing
Mode» als u het apparaat onder een bepaalde hoek stil wilt zetten. Wan-
neer de doeltemperatuur is bereikt, blijft het apparaat staan onder de hoek
die het op dat moment maakt, totdat de kamertemperatuur onder de doel-
temperatuur daalt en het apparaat weer wordt ingeschakeld.
9. Schakel het apparaat uit door op de aan-uitknop (6) te drukken. De ven-
tilator blijft nog drie minuten ingeschakeld op het laagste niveau om het
verwarmingselement af te koelen. Het apparaat bewaart de ingevoerde
temperatuur en het verwarmingsvermogen, ook wanneer het apparaat
wordt uitgeschakeld.
10. De afstandsbediening (13) bevindt zich in het vakje voor de afstandsbedie-
ning (12) aan de achterkant van het apparaat. U kunt de temperatuur en
het verwarmingsvermogen wijzigen door op de desbetreffende knoppen
te drukken. De afstandsbediening werkt via infrarood; richt de afstands-
bediening hiertoe naar de voorkant van het apparaat (de sensor bevindt
zich helemaal bovenaan op de voorkant van het apparaat). Het batterij-
vakje (14) bevindt zich aan de achterkant van de afstandsbediening (type
CR2032). U kunt het openen door het deksel omlaag te duwen.
11. Beveiliging tegen oververhitting: het apparaat is voorzien van een bevei-
liging tegen oververhitting, die het apparaat uitschakelt in geval van een
technische storing of onjuist gebruik (de ventilator blijft enige tijd in de
laagste stand draaien om het apparaat af te koelen). Als dit gebeurt, ver-
helpt u de storing of corrigeert u het onjuiste gebruik (bijv. 50 cm ruimte
rondom het apparaat, het apparaat niet afdekken, het apparaat rechtop
zetten). Zodra het apparaat is afgekoeld, kan het weer in gebruik worden
genomen.
12. De temperatuurindicator kunt u van Celsius in Fahrenheit wijzigen en om-
gekeerd door de knop «Auto Mode» (10) vijf seconden ingedrukt te houden.
Reiniging
Vóór willekeurig onderhoud of reiniging en na elk gebruik, schakel het appa-
raat uit en haal de netkabel (1) uit het stopcontact.
Let op: Het apparaat nooit onder water houden (gevaar voor kortsluiting).
• De buitenkant met een vochtige doek schoonwrijven en daarna goed dro-
gen.
• Zorg dat de luchtinlaat en -uitlaat regelmatig worden gereinigd om opho-
ping van stof te voorkomen. Reinig de luchtuitlaat (18) met een droge borstel
of stofzuiger. Het luchtinlaatrooster (17) is voorzien van een luchtfilter (15),
dat kan worden verwijderd en met een vochtige doek kan worden gereinigd.
Verwijder het filter door de klep weg te trekken met behulp van de greepuit-
sparing aan de onderkant.