8
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel van de auto
aan op de stroomvoorziening.
Aan de slag
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
• Werk de kaarten en software op uw toestel bij
(Productupdates, pagina
• Installeer het toestel en sluit het aan op de voeding.
• Koppel uw Bluetooth
telefoon en headset
®
headset koppelen, pagina
• Zorg dat u GPS-signalen ontvangt
pagina
3).
• Pas de helderheid van het scherm aan
het scherm aanpassen, pagina
• Navigeer naar uw bestemming
pagina
5).
Overzicht van het toestel
aan-uitknop
microSD
®
geheugenkaartsleuf
USB stroom- en datapoort
Het toestel in- of uitschakelen
• Als u het toestel wilt inschakelen, drukt u op de aan-uitknop,
of sluit u het toestel aan op stroom.
• Als u het toestel in de energiezuinige modus wilt zetten, drukt
u op de aan-uitknop terwijl het toestel is ingeschakeld.
In de energiezuinige modus staat het scherm uit en verbruikt
het toestel zeer weinig stroom, maar kunt u het snel activeren
voor gebruik.
TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de energiezuinige
modus te zetten tijdens het opladen van de batterij.
• Als u het toestel volledig wilt uitschakelen, drukt u op de aan-
uitknop en houdt u deze vast tot een melding op het scherm
verschijnt. Dan selecteert u Uit.
De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop
loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel
over naar de energiezuinige modus.
GPS-signalen ontvangen
Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPS-
ontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de
actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen
te ontvangen verschilt op basis van diverse factoren, waaronder
hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw
navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht op de
lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt
gebruikt. De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt,
Aan de slag
24).
(Uw telefoon en
15) (optioneel).
(GPS-signalen ontvangen,
(De helderheid van
4).
(Een route starten,
kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen
ontvangt.
1
Schakel het toestel in.
2
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
3
Ga zo nodig buiten staan, in de open lucht, uit de buurt van
hoge gebouwen en bomen.
op de statusbalk geeft de signaalsterkte van de satelliet
weer. Als de balken voor ten minste 50% zijn gevuld, is het
toestel gereed voor navigatie.
Statusbalkpictogrammen
De statusbalk bevindt zich bovenaan het hoofdmenu. De
pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de
functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u
selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie
weer te geven.
GPS-signaalstatus. Houd vast om de GPS-nauwkeurigheid
en ontvangen satellietinformatie weer te geven
signaalstatus weergeven, pagina
Bluetooth status. Selecteer om de Bluetooth instellingen
weer te geven
(Bluetooth instellingen, pagina
Wi-Fi signaalsterkte. Selecteer om de Wi-Fi instellingen te
‑ Fi
wijzigen
(Wi
instellingen, pagina
®
Verbonden met handsfree bellen. Selecteer om te bellen
(Handsfree bellen, pagina
Actieve transportmodus. Selecteer om de transportmodus te
wijzigen.
Huidige tijd. Selecteer om de tijd in te stellen
instellen, pagina
23).
Batterijniveau.
LiveTrack gegevens delen. Het aantal uitgenodigde volgers
wordt weergegeven op het pictogram. Selecteer om de
LiveTrack app
(LiveTrack, pagina
Smartphone Link status. Selecteer om verbinding te maken
met de Smartphone Link app en live verkeersinformatie en
andere Live Services te ontvangen
telefoon en verbinding maken met Smartphone Link,
pagina
14). Als het pictogram blauw is, is het toestel
verbonden met de Smartphone Link app.
Temperatuur. Selecteer om de weersverwachting weer te
geven
(De weersverwachting weergeven, pagina
Brandstofniveau. Selecteer om informatie over brandstofver-
bruik weer te geven
Werken met de knoppen op het scherm
Met behulp van schermknoppen kunt u door de pagina's, menu's
en menu-opties van uw toestel navigeren.
• Selecteer
om terug te gaan naar het vorige menuscherm.
• Houd
ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
• Selecteer
of
om door lijsten of menu's te bladeren.
• Houd
of
ingedrukt om sneller te bladeren.
• Selecteer
om een contextmenu met de opties voor het
huidige scherm weer te geven.
Het volume regelen
1
Selecteer Volume.
2
Selecteer een optie:
• Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
• Selecteer
om het geluid te dempen.
• Selecteer
voor extra opties.
De audiomixer gebruiken
U kunt met de audiomixer het geluidsniveau instellen voor
verschillende typen audio, zoals navigatieaanwijzingen of
(GPS-
27).
22).
22).
16).
(De tijd
19) te openen.
(Koppelen met uw
21).
(Brandstofverbruik, pagina
8).
3