Een bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon
instellen
Voordat u een na detectie van een ongeval te waarschuwen
contactpersoon kunt instellen, moet u de volgende taken
voltooien:
• Maak met uw toestel verbinding met Smartphone Link
(Koppelen met uw telefoon en verbinding maken met
Smartphone Link, pagina
• Selecteer Instellingen > Bluetooth, selecteer de naam van
uw telefoon en controleer of de optie Telefoongesprekken is
ingeschakeld.
Het toestel moet tijdens het instellen van de bij ongevallen te
waarschuwen contactpersoon toegang hebben tot de
Smartphone Link app en het telefoonboek van uw smartphone.
Als u uw toestel niet wilt gebruiken om handsfree te bellen, kunt
u na het instellen van de bij ongevallen te waarschuwen
contactpersoon de optie Telefoongesprekken uitschakelen.
1
Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder >
Ongevalmelding > Ga door.
Een lijst van de contactpersonen op uw smartphone wordt
weergegeven.
2
Selecteer een contactpersoon en vervolgens Volgende.
3
Controleer het telefoonnummer van de contactpersoon en
selecteer Volgende.
4
Voer uw naam of bijnaam in en selecteer OK.
5
Controleer het voorbeeldbericht om bij ongevallen te
verzenden en selecteer Volgende.
6
Volg de instructies op het scherm om uw contactpersoon te
informeren dat u hem of haar hebt toegevoegd als bij
ongevallen te waarschuwen contactpersoon.
OPMERKING: Het ongevalmeldingsbericht bevat de naam of
bijnaam die u hebt opgegeven, maar wordt niet verzonden
vanaf uw telefoonnummer. Het bericht wordt verzonden via
een externe service en u dient uw bij ongevallen te
waarschuwen contactpersoon ervan op de hoogte te stellen
dat het ongevalmeldingsbericht wordt verzonden vanaf een
onbekend nummer.
7
Selecteer OK.
8
Controleer de informatie en selecteer Sla op.
Een ongevalmelding annuleren
Als het toestel een ongeval detecteert, wordt u via een bericht
en een gesproken mededeling gewaarschuwd dat een melding
wordt gestuurd naar uw bij ongevallen te waarschuwen
contactpersoon. Zodra een ongeval wordt gedetecteerd, wordt
een timer gestart die 60 seconden aftelt. Als de timer is gestopt,
stuurt het toestel de melding automatisch. Als u de melding niet
wilt verzenden, kunt u deze annuleren.
Selecteer Annuleer voordat de timer afloopt.
Ongevalmeldingen uitschakelen
Als ongevalmeldingen zijn uitgeschakeld, stuurt het toestel geen
SMS-melding wanneer het een ongeval detecteert.
1
Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder >
Ongevalmelding.
2
Schakel het selectievakje Sms ongevaldetectie uit.
Meldingen over wetgeving omtrent helmen
weergeven
De eerste keer dat uw zūmo toestel verbinding maakt met
satellieten en wanneer uw toestel een locatie nadert met
verkeersregels voor motorfietsen, kunnen er meldingen over
wetgeving omtrent helmen en oogbescherming worden
weergegeven.
Navigeren naar uw bestemming
14).
Garmin raadt fietsers aan om voor de veiligheid altijd een helm
te dragen. Informatie over helmregelgeving dient uitsluitend ter
referentie, kan worden gewijzigd en dient niet te worden
beschouwd als juridisch advies. Informatie over helmregelgeving
is alleen beschikbaar in de V.S. en Canada.
Selecteer de melding om meer informatie weer te geven.
Regelgeving op het gebied van helmen
zoeken
U kunt regelgeving op het gebied van helmen per staat of
provincie zoeken.
1
Selecteer Apps > Gids over helmen.
2
Selecteer een staat of provincie.
Navigeren naar uw bestemming
Routes
Een route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer
bestemmingen.
• Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw
bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren,
zoals de modus voor routeberekening
routeberekeningsmodus wijzigen, pagina
vermijden wegen
(Vertragingen, tol en bepaalde gebieden
vermijden, pagina
7).
• U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming
navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen
starten, pagina
5).
• Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de
route aanpassen.
• U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen.
Een route starten
1
Selecteer Waarheen? en zoek een locatie.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Ga! om te starten met navigeren via de
aanbevolen route.
• U kunt een alternatieve route kiezen door
een route te selecteren.
Alternatieve routes worden rechts van de kaart
weergegeven.
• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u
en voegt u routepunten aan de route toe.
Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw
bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de
kaart
(Uw route op de kaart, pagina
kaart wordt een paar seconden een weergave van de
belangrijkste wegen op uw route gegeven.
Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze
locaties aan uw route toevoegen.
De routeberekeningsmodus wijzigen
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller
worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.
• Selecteer Garmin Adventurous Routing™ om routes te
berekenen die bij voorkeur gebruikmaken van bochtige
wegen.
• Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt
te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.
LET OP
(De
5) en te
(Een route
en vervolgens
> Wijzig route
6). Aan de rand van de
5