7. INSTALLATIE – zonne-laadcontroller
7.1 Aansluiting van de zonnepanelen
Tot drie sets PV-panelen kunnen met drie sets MC4 (PV-ST01) PV-stekkers worden
aangesloten.
7.2. PV-configuratie
● De controller werkt alleen als de PV-spanning de accuspanning (Vaccu)
overschrijdt.
● De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt. Daarna bedraagt
de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
● Maximale PV-nullastspanning: 100V
De controller kan voor elke PV-configuratie worden gebruikt die aan de drie
bovenstaande voorwaarden voldoet.
Bijvoorbeeld:
24V-accu en mono- of polykristallijne panelen
● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie of 1x 24V-paneel).
● Maximum: 144 cellen.
Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van een zonnepaneel met 144
cellen, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en de celspecificaties, 100V
overschrijden. In dat geval moet het aantal cellen worden verminderd.
7.3 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1)
Ten eerste: sluit de accu aan.
Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit warmt de controller op,
maar wordt de accu niet opgeladen).
• Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse
lichtinval tijdens de installatie, bijv. door deze te bedekken.
● Raak nooit niet-geïsoleerde kabeluiteinden aan.
● Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap.
23