Bediening
7.3
Bediening
Automatische werking
Auto
Continue modus
Modus beveiliging
30
Instelling van de verwarmingsmodus
Met de modustoets "Werking verwarming" kunnen de verwar-
mingsregimes gewijzigd worden. De gekozen instelling wordt
weergegeven door een streep onder de werkingsmodus.
– Verwarming volgens een tijdsprogramma
– Temperatuurinstelwaarden
– Beschermingsfuncties (vorst en oververhitting) actief
– Automatische zomer/winter omschakeling (automatische om-
schakeling tussen de verwarmingsmodus en de zomermodus va-
naf een zekere buitentemperatuur)
– Dag-verwarmingsgrensautomatiek (automatisch omschakelen
tussen verwarmingstoepassing en zomerbedrijf wanneer de bu-
itentemperatuur boven de instelwaarde in de ruimte stijgt)
of
– Verwarmingsmodus zonder tijdsprogramma
– Beschermingsfuncties actief
– Automatische zomer/winteromschakeling niet actief in modus
continu werking op theoretische comforttemperatuur
– Begrenzingautomatisme niet actief in modus continu werking op
theoretische comforttemperatuur
– Geen verwarmingsmodus
– Temperatuur na een vorstbescherming
– Beschermingsfuncties actief
– Automatische zomer/winter omschakeling actief
– Begrenzingautomatisme actief dagtemperatuur
Ruimte-instelwaarde instellen
Comfort omgevingstemperatuur
De gewenste comfortomgevingstemperatuur wordt rechtstreeks
met behulp van de draaiknop ingesteld, (+) voor een hogere
waarde.
Verlaagde omgevingstemperatuur
De gewenste verlaagde omgevingstemperatuur wordt op de vol-
gende wijze ingesteld:
– De valideertoets (OK) indrukken
– De verwarmingskring kiezen
– Parameter Gew wrde gereduceerd kiezen
– Met de draaiknop de gewenste verlaagde omgevingstempera-
tuur instellen
– Opnieuw de valideertoets (OK) indrukken
Door de modustoets "Werking verwarming" in te drukken, is het
mogelijk opnieuw toegang te krijgen tot de basisweergave vanaf
het programmeer- of info niveau.
of
conform tijdsprogramma
AUGUST BRÖTJE GMBH