Installatie
6.3
Busverbinding tot stand brengen
Fig. 13: Mogelijkheden van de busverbinding van ISR-regelaars
6.4
EMC-gerichte installatie
26
Opmerking: De te lange stukken van de betreffende leidingen mo-
eten dienovereenkomstig worden ingekort.
Bij de busverbinding van de ISR ZR1/ISR ZR 2 en van andere ISR-
regelaars geldt het volgende: de regelaars kunnen met inachtne-
ming van de leidinglengten en de max. netuitzetting op een wille-
keurige plaats op de bus worden aangesloten.
De buslijn dient op de klem LPB te worden aangesloten (zie scha-
kelschema van de betreffende ISR-regelaar).
Opmerking: Een plaatsing van de busverbinding als ring is niet toe-
gestaan (fig. 13).
Problematiek
Iedere netkabel voert storingen met zich mee. Kortstondige span-
ningpieken worden hoofdzakelijk door schakelprocessen van in-
ductieve lasten als motoren, schakelaars, pompen of
magneetkleppen veroorzaakt. Deze spanningpieken koppelen in
aangrenzende buslijnen en kunnen tot onverwachte storingen van
installaties of installatiedelen leiden.
Kabelgeleiding
De buslijnen moeten tegenover kabels met netspanningen in een
aanbevolen afstand van 15 cm worden aangelegd. Anders dienen er
geschermde kabels te worden gebruikt.
AUGUST BRÖTJE GMBH