DIRETTIVE D'INTERVENTO
Tijdens het werkproces, kan de machine stoppen en/of kunnen de instellingen verloren gaan; in dit geval
kunt u als volgt te werk gaan:
• De ingreep aanvragen van de onderhoudsmonteurs die belast zijn met deze controles; alleen zij mogen ingrijpen
als er functionele storingen optreden.
• De onderhoudsmonteur moet het soort storing vaststellen, door het volgende hoofdstuk te lezen kan hij de
oplossing van het probleem opsporen en dientengevolge handelen om de storing op te heffen.
De defecten aan de machine kunnen erger zijn dan voorzien was.
Na de storing opgespoord te hebben en de in de paragraaf "INGREPEN" beschreven
mogelijke oplossingen nagekeken te hebben, en de veiligheidsomstandigheden voor het
optimaal slagen van de ingreep niet aanwezig zijn, vraag dan om een technicus van de
fabrikant bij de "TECHNISCHE DIENST van RM".
AANWIJZINGEN VOOR HET OPLOSSEN VAN KLEINE PROBLEMEN
Als volgt wordt er een serie storingen opgenoemd die zich tijdens de normale werking van de
beregeningsmachine kunnen voordoen, er wordt dus ook aangeraden zo goed mogelijk op de
verhelpingen te letten waarmee het probleem opgelost kan worden.
PROBLEEM:
OPLOSSING:
PROBLEEM:
OPLOSSING:
PROBLEEM:
OPLOSSING:
PROBLEEM:
OPLOSSING:
42/52
Wanneer men de irrigatieslang met de trekker aantrekt om hem uit te rollen, komt de
slang niet naar buiten: .
Maak de pal los (pos. 2 foto D) van de ketting (bij mod.. 600-700-800-900-Major-690-790-
890-990- 1000), of van de vertanding (mod. 560-570-581)
Er is veel inspanning voor nodig om de irrigatieslang met de trekker uit te rollen:
na gecontroleerd te hebben of de hendel (Pos.7 foto H) uitgeschakeld is (naar beneden bij de
modellen 560-570 en naar de sproeierwagen bij de andere modellen), de sproeierwagen
met de hefinrichting van de trekker opheffen om het gewicht op de achteras van de
landbouwmachine te verplaatsen.
Maak de "flexibele" toevoerslang los, verwijder de ronde dop (indien aanwezig op de
sproeierwagen).
Als de benodigde inspanning nog erg groot blijft:
De rem nog losser zetten (wieltje pos. 6 foto H) en de trekkersnelheid verlagen tot 5 km/h.
Tijdens het uitrollen raakt de aandrijfkast verhit:
verlaag de snelheid van de trekker tot 5 km/h; een lichte verhitting van de aandrijfkast is
evenwel normaal tijdens het uitrollen van de slang.
Er komt water bij de machine aan, maar het komt niet uit de sproeier; of er komt
weinig water uit.
controleer of de druk op de manometer van de turbine minstens 4 bar is; probeer de ingaande
druk te verhogen.
Indien het probleem aanhoudt:
De watertoevoer afsluiten en controleren of de ingang niet verstopt is (pos. 13 foto H),
controleer ook de spuitmond van de sproeier op verstopping.
Er wordt aangeraden de polyethyleen slang helemaal uit te rollen, zodat de lucht makkelijker
uit
The drawings and the technical data are R.M. S.p.a. - © R.M. S.p.a. - Revision 01.01.2007
GEBRUIKSAANWYZING