Scannen via een netwerk instellen
Pictogram
Beschrijving
Met deze toepassing kunt u een digitale afbeelding
van een papieren document maken en in een
gedeelde netwerkmap opslaan. U kunt maximaal
30 unieke doelmappen definiëren.
Opmerkingen:
•
Voor de printer moet schrijftoegang tot de
mappen zijn ingesteld. Gebruik op de
computer waarop de doelmap is ingesteld, de
instellingen voor delen, de veiligheids‐ en
firewallinstellingen om de printer minimaal
schrijftoegang tot de locatie te geven.
Raadpleeg de documentatie die bij uw bestu‐
ringssysteem is geleverd voor hulp.
•
Het pictogram Scannen naar netwerk wordt
alleen weergegeven als minimaal één
doelmap is opgegeven.
1
Open een webbrowser en typ het IP‐adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerking: Zoek het IP‐adres van de printer in het beginscherm
op het bedieningspaneel. Het IP‐adres bestaat uit vier sets met
cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123.
2
Klik op Instellingen > Device Solutions > Solutions (eSF) > Scannen
naar netwerk.
3
Definieer de doelmappen en pas vervolgens de instellingen aan.
4
Klik op Toepassen.
Als u de toepassing wilt gebruiken, raakt u Scannen naar netwerk in
het beginscherm aan en volgt u de aanwijzingen op het display van de
printer.
Mijn MFP installeren
Pictogram
Beschrijving
Met de toepassing kunt u de instellingen van het
aanraakscherm aanpassen en die voorkeuren
vervolgens opslaan op een flashstation. Als u wilt
kopiëren, faxen of scannen, moet u het flashstation
in de USB‐poort van de printer plaatsen. Al uw
persoonlijke voorkeursinstellingen, zoals taakinstel‐
lingen, beginschermvoorkeuren en adresboek,
worden automatisch geüpload.
Opmerking: Het pictogram wordt alleen weerge‐
geven wanneer een flashstation met Mijn MFP‐
instellingen in de USB‐poort van de printer is
geplaatst.
Als u Mijn MFP wilt instellen, plaatst u het flashstation in de USB‐poort
van de printer en volgt u de instructies op het beginscherm van het
display van de printer om de installatiewizard uit te voeren.
Als u mijn MFP wilt gebruiken, plaatst u het flashstation in de USB‐poort
van de printer wanneer u wilt kopiëren, faxen of scannen.
Informatie over WS‑Scan
Pictogram
Beschrijving
Met de toepassing Web Services‑Scan kunt u
documenten op de netwerkprinter scannen en de
gescande afbeeldingen vervolgens naar uw
computer verzenden. WS‑Scan is een Microsoft‐
toepassing die lijkt op Scannen naar netwerk, maar
waarmee gescande afbeeldingen naar een
Windows‐toepassing kunnen worden verzonden.
Raadpleeg de Microsoft‐documentatie voor meer
informatie over WS‑Scan.
Opmerking: Het pictogram wordt alleen in het
starscherm weergegeven als er een computer met
de netwerkprinter is verbonden. Op de computer
moet het besturingssysteem Windows 8, Windows
7 of Windows Vista zijn geïnstalleerd.
Het externe bedieningspaneel instellen
Met deze toepassing wordt het bedieningspaneel van de printer op uw
computerscherm weergegeven en kunt u het bedieningspaneel van de
printer bedienen, zelfs als u niet in de buurt van de netwerkprinter
bent. U kunt vanaf uw computerscherm de printerstatus bekijken,
taken in de wacht vrijgeven, bladwijzers maken en andere gerelateerde
taken uitvoeren die u normaal gezien doet als u bij de netwerkprinter
staat.
4
1
Open een webbrowser en typ het IP‐adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerking: Zoek het IP‐adres van de printer in het beginscherm
op het bedieningspaneel. Het IP‐adres bestaat uit vier sets met
cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123.
2
Klik op Instellingen > Device Solutions > Solutions (eSF) > Extern
bedieningspaneel.
3
Schakel het selectievakje Ingeschakeld in en pas de instellingen
aan.
4
Klik op Toepassen.
Als u de toepassing wilt gebruiken vanuit Embedded Web Server, klikt
u op Toepassingen > Extern bedieningspaneel > VNC-applet starten.
Een configuratie exporteren en
importeren met de Embedded Web
Server
U kunt configuratie‐instellingen exporteren naar een tekstbestand dat
vervolgens kan worden geïmporteerd en gebruikt om de instellingen
toe te passen op een of meer extra printers.
Een configuratie exporteren
1
Klik in Embedded Web Server op Instellingen of Configuratie.
2
Klik op Device Solutions > Solutions (eSF) of klik op Embedded
Solutions.
3
Klik bij Geïnstalleerde programma's op de naam van de toepassing
die u wilt configureren.
4
Klik op Configureren > Exporteren.
5
Volg de aanwijzingen op het computerscherm om het
configuratiebestand op te slaan en geef een unieke bestandsnaam
op of gebruik de standaardnaam.
Opmerking: Als de fout JVM Onvoldoende geheugen
optreedt, moet u de exportbewerking herhalen tot het
configuratiebestand is opgeslagen.
Een configuratie importeren
1
Klik in Embedded Web Server op Instellingen of Configuratie.
2
Klik op Device Solutions > Solutions (eSF) of klik op Embedded
Solutions.
3
Klik bij Geïnstalleerde programma's op de naam van de toepassing
die u wilt configureren.