Kopieertaak annuleren
Een kopieertaak annuleren terwijl het
document zich in de ADI bevindt
Als de ADI met het verwerken van een document begint, wordt het
scanscherm weergegeven. U kunt de kopieertaak annuleren door op
het aanraakscherm Taak annuleren aan te raken.
Het scherm "Scantaak wordt geannuleerd" wordt weergegeven. De
ADI voert alle pagina's uit de ADI en annuleert de taak.
Een kopieertaak annuleren terwijl pagina's via
de glasplaat worden gekopieerd
Raak Taak Annuleren aan op het aanraakscherm.
Het scherm "Scantaak wordt geannuleerd" wordt weergegeven.
Wanneer de taak is geannuleerd, wordt het kopieerscherm
weergegeven.
Een kopieertaak annuleren terwijl de pagina's
worden afgedrukt
1
Raak Taak annuleren aan op het bedieningspaneel van de printer
of druk op
op het toetsenblok.
2
Raak de taak aan die u wilt annuleren en raak Geselecteerde taken
verwijderen aan.
Opmerking: Als u op
drukt op het toetsenblok, kunt u
terugkeren naar het startscherm door Hervatten aan te raken.
E-mailen
Voorbereiden op het per e-mail
verzenden
E-mailfunctie instellen
1
Typ het IP‐adres van uw printer in de adresbalk van uw
webbrowser.
Als u het IP‐adres van de printer niet weet, kunt u:
•
het IP‐adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in
het TCP/IP‐gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
•
een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP‐adres
in het TCP/IP‐gedeelte zoeken.
2
Klik op Instellingen.
3
Klik bij Standaardinstellingen op Instellingen e-mail/FTP.
4
Klik op E-mailinstellingen > E-mailserver instellen.
5
Voer de betreffende informatie in de velden in.
6
Klik op Verzenden.
E-mailinstellingen configureren
1
Typ het IP‐adres van uw printer in de adresbalk van uw
webbrowser.
Als u het IP‐adres van de printer niet weet, kunt u:
•
het IP‐adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in
het TCP/IP‐gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
•
een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP‐adres
in het TCP/IP‐gedeelte zoeken.
2
Klik op Instellingen > Instellingen e-mail/FTP > E-mailiinstellingen.
3
Voer de betreffende informatie in de velden in.
4
Klik op Verzenden.
Een e-mailsnelkoppeling maken
E-mailsnelkoppeling maken met de Embedded
Web Server
1
Typ het IP‐adres van uw printer in de adresbalk van uw
webbrowser.
Als u het IP‐adres van de printer niet weet, kunt u:
•
het IP‐adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in
het TCP/IP‐gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
•
een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP‐adres
in het TCP/IP‐gedeelte zoeken.
2
Klik op Instellingen.
3
Klik bij Overige instellingen op Snelkoppelingen beheren >
Instellingen e-mailsnelkoppeling.
11
4
Voer een unieke naam in voor de ontvanger en geef vervolgens het
e‐mailadres op.
Opmerking: Als u meerdere adressen invoert, moet u de
afzonderlijke adressen met een komma (,) van elkaar scheiden.
5
Selecteer de scaninstellingen (Indeling, Inhoud, Kleur en Resolutie).
6
Voer een snelkoppelingsnummer in en klik vervolgens op
Toevoegen.
Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een
ander nummer te kiezen.
Een e-mailsnelkoppeling maken met het
aanraakscherm
1
Blader in het startscherm naar:
E-mail > Ontvanger > voer een e‐mailadres in
Als u een groep met ontvangers wilt maken, raakt u Volgend
adres aan en geeft u het e‐mailadres van de volgende ontvanger
op.
2
Raak
aan.
3
Typ een unieke naam voor de snelkoppeling en raak daarna Gereed
aan.
4
Controleer of de naam en het nummer van de snelkoppeling juist
zijn en raak vervolgens OK aan.
Als de naam en het nummer niet juist zijn, raakt u Annuleren aan
en voert u de gegevens opnieuw in.
Een document per e-mail verzenden
E-mail verzenden met het aanraakscherm
1
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven
en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer
(ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen,
transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit
tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2
Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst,
dient u de papiergeleiders aan te passen.
Opmerking: Zorg ervoor dat het formaat van het origineel en
het kopieerpapier hetzelfde zijn. Als u een onjuist formaat
instelt, wordt de afbeelding mogelijk bijgesneden.
3
Blader in het startscherm naar: