Externe niveausonde 4 – 20 mA
6.7
Ga in het menu naar "Niveauregeling" en selecteer "4 - 20 mA Interface". Aan de klemmen 34 (-) en 35 (+) kan
een externe sensor 4 - 20 mA (tweegeleidertechniek) worden aangesloten. De sensor wordt gevoed met een
gestabiliseerde gelijkspanning van ca. 20 V. In de levertoestand is het meetbereik van de niveausonde zo
ingesteld dat dit overeenkomt met het meetbereik van de interne druksensor. Als er een niveausonde met een
ander meetbereik wordt aangesloten, moet de desbetreffende instelling via het menu worden gewijzigd (zie
punt 4.2). De uitgang is actief. Dat betekent dat de sonde door de besturing van spanning wordt voorzien. Bij
gebruik in de EX-zone moeten de geldende voorschriften in acht worden genomen.
Analoge uitgangen
6.8
De analoge uitgangen zijn voor de aanbinding van geleidingssystemen voorzien.
De signalen variëren naar evenredigheid van het niveau.
0 -10 V = klem 36 (+) en 37 (-) belastbaar met max. 20 mA
4 – 20 mA = klem 38 (+) en 39 (-) weerstand max. 250 ohm
De Lengte van de leidingen voor de analoge uitgangen mogen niet meer dan 1,50 m bedragen en mogen niet
met storingsvatbare leidingen verenigd worden.
Netonafhankelijk alarm:
Bij de optionele versies met 2 sensoren, motorbeveiligingschakelaar of hoofdschakelaar vervalt deze functie.
De batterij zorgt voor een netonafhankelijk alarm bij stroomuitval . Als alarm zal er een akoestische signaal te
horen zijn.
Let op bij het plaatsen van de batterij dat deze op de juiste polen wordt aangesloten.
Om een goede functie te garanderen dient de batterij volledig opgeladen te zijn, of de batterij dient 24 uur in
de besturingskast opgeladen te worden. Dit gebeurt automatisch als deze op de daarvoor aanwezige
aansluiting geplaatst wordt.
LET OP !
Er mogen enkel oplaadbare batterijen toegepast worden!
De volgende batterijen kunnen toegepast worden:
7.0
Testbedrijf zonder pomp
7.1
Bij het testen van de besturing zonder pomp moet rekening worden gehouden met het
volgende:
- Aansluiting van N en L1 volstaat.
- De motorstroombegrenzing moet worden ingesteld op 0 A. Anders verschijnt de melding „zonder last"
- Klem 21/22 moet worden overbrugd. Anders verschijnt de melding "Therm. storing 2"
- In het instelmenu moeten de thermische storingen voor pomp 1 worden uitgeschakeld. Anders
verschijnt de melding „Therm. storing 1" op het display.
HX 15
Ver. 1.3
(enkel bij standaard uitvoering)
15
Nikkel-Metaalhydride-accu (NiMH)
Nikkel-Cadmium-accu (NiCd)