Inhoudsopgave
Advertenties
6.4 - 8 Elektrische aansluiting van de storingsuitgangen en de signaalingangen (zie afbeelding 2 in
de bijlage)
6.4
Storingsuitgangen
Aansluiting
Stroomtoevoer
6.5
Ingang voor vlotterschakelaar van droogloopbeveiliging
Klem 10 /11 = droogloopbeveiliging
Polariteit van de klemmen: 10 = PLUS en 11 = MIN
Word een vlotterschakelaar aan klemmen 10-11 aangesloten, kan worden voorkomen, dat het snijwerk resp.
waaier uit het medium verschijnt.De droogloopbeveiliging is in automatisch en hand bedrijf actief.
Bij gebruik in de EX-zone moeten de geldende voorschriften in acht worden genomen. Deze ingang kan
optioneel ook worden gebruikt om de installatie te vergrendelen, wanneer een speciale programmering van de
software overeengekomen is.
6.6
Aansluitvoorbeelden voor het gebruik van het schakelapparaat met vlotterschakelaars
Op het display wordt aangegeven welke schakelaar gesloten is. Er moeten altijd maakcontacten worden
gebruikt. Ga in het menu naar Niveauregeling en selecteer Vlotterschakelaar. De ingang voor het
hoogwateralarm (klem 16 / 17) is altijd actief.
Gebruik met 2 vlotterschakelaars
Hoogwateralarm
Niveau 1 AAN/UIT
Bij gebruik in de EX-zone moeten de geldende voorschriften in acht worden genomen.
HX 15
Klem 1 / 2 = alarmuitgang verzamelstoring, (potentiaalgebonden).
Opgelet: bij een alarm staat op deze klem een spanning van 230 V AC.
(Deze uitgang is voorzien van een fijnzekering 1 A traag.)
Klem 3 / 4 = verzamelstoring (potentiaalvrij), bij een alarm gesloten.
(De klemmen 1 / 2 en 3 /4 zijn bij elke storing actief, ook bij hoogwateralarm.).
Klem 5 / 6 = hoogwateralarm (potentiaalvrij), bij een alarm gesloten.
Gebruik met 3 vlotterschakelaars
Niveau 1 UIT
Niveau 1 AAN
Ver. 1.3
Gebruik met 3 vlotterschakelaars en
Hoogwateralarm
Niveau 1 UIT
14
een gemeenschappelijke leiding
Niveau 1 AAN
Hoogwateralarm
Advertenties
Inhoudsopgave
