13. DOOR DE INSTALLATEUR AF TE STELLEN PARAMETERS
De onderstaande afstellingen betreffen verschillende functies
en de configuratie van de installatie. Ze mogen uitsluitend
gewijzigd worden door een vakbekwaam technicus.
13.1 Af te stellen parameters
U vindt de af te stellen parameters die u te zien krijgt,
in de volgorde van verschijning in de "Tabel met de door
de installateur af te stellen parameters".
Toegang tot de af te stellen parameters
• Doe de klep open.
• Afhankelijk van de nodige afstellingen:
- druk de toets Installateur
①
Verwarming
bepaalde verwarmingskring en selecteer de kring
met behulp van de rotatieknop
- druk de toets Installateur
➁
in voor de afstellingen voor het SWW
- druk de toets Installateur
krijgen tot de door de installateur af te stellen
parameters (taal, contrast, nalooptijd, enz.)
- druk de toets Installateur
toegang te krijgen tot de toewijzing van de
hydraulische kringen
• Wijzig de paramater van elke regel met behulp van de
⑤
rotatieknop
.
• Als de parameters eenmaal zijn ingesteld, worden
deze 2 minuten later of door het dichtdoen van de klep
in het geheugen opgenomen.
Opmerking: het is mogelijk de standaard parameters
(voor de gebruiker en voor de installateur) te resetten
zonder de programmeringen P2, P3, P4, HULP.P en
SWW-P te veranderen door de toetsen
tegelijk in te drukken en door met de rotatieknop
"RESET PARAM" te selecteren. Deze functie heeft geen
invloed op de klokken of op de impulsmeters.
1
④
+ de toets
in voor de afstellingen voor een
⑤
④
+ de toets SWW
④
in om toegang te
④
5 seconden in om
,
Opmerking: de ingestelde parameters en waarden
blijven in het geheugen, ook na een stroomonderbreking.
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
bar
A
2
3
4
5
,
⑤
m15
24
5