3
1
2
1. Lenskap: Beschermt de lens.
2. Focusring: Pas de focus aan om duidelijke doelen te verkrijgen.
3. Laserafstandsmeter: Meet de afstand met de laser.
4. Batterijvakje: Voor plaatsing van de batterij.
5. Bevestigingsring: Voor het bevestigen van het oculair.
6. Dioptrieverstelring: Past de dioptrie-instelling aan.
7. Oculair: Het stuk dat het dichtst bij het oog is geplaatst om het doel weer te geven.
8. Knoppen: Voor het instellen van functies en parameters.
9. Interfacetype C: Sluit het apparaat aan op de elektriciteit of verzend gegevens met een type-C-kabel.
Toelichting van de knoppen
Voeding
Druk op: Stand-bymodus/wekapparaat. | Vasthouden: Inschakelen / uitschakelen.
Druk op: Start de meting van het laserbereik. | Twee keer drukken: Meting laserbereik
Meten
uitschakelen. | Vasthouden: Momentopnames vastleggen.
Niet-menumodus:
Wiel
Druk op: Het snelmenu openen. | Vasthouden: Het hoofdmenu openen. | Draaien:
Digitale zoom schakelen.
4
5
6
8
7
61
9