8. Storingen
De c.v.-regeling werkt niet – Uur verschijnt niet of is foutief
De brander start niet
De pomp draait niet
Het sanitair warmwater warmt niet op
De kamertemperatuur is niet correct
De verwarmingsinstallatie werkt niet naar behoren
De functie vorstbeveiliging van de installatie werkt niet
De functie snelle verlaging/snelle opwarming werkt niet
Het foutbericht "ER" verschijnt
22
• De zekeringen van de verwarming controleren.
• Een RESET uitvoeren: de stroomvoorziening van de regelaar gedurende ong. 5
seconden uitschakelen (b.v. de hoofschakelaar van de ketel gedurende 5 secon-
den uitzetten).
• De klok instellen.
• De ontgrendelknop van de brander indrukken.
• De zekeringen controleren.
• Bedrading naar de brander onderbroken.
• Activatie van de snelle verlaging of van de automatische warmtebeperking.
• De bedrading van de ketelvoeler controleren (voeler testen).
• De bedrading en de zekering controleren (relais testen).
• De bedrading van de voelers controleren (voelers testen).
• De instelling van het ontstekingsautomaat dat in de ketel is ingebouwd, controle-
ren. De ingestelde waarde moet meer dan TKmax bedragen.
• De instelwaarde van de warmwatertemperatuur controleren.
• De werkelijke waarde van de warmwatertemperatuur controleren.
• Controleren of de lading van het warmwater is gevalideerd.
• De bedrading en de zekering controleren.
• De bedrading van de warmwatervoeler controleren (voeler testen).
• De instelwaarden van de kamertemperatuur controleren.
• Wordt de gewenste werkingsmodus weergegeven?
• Werd de automatische werkingsmodus op de ruimteregelaar geshunt?
• Zijn de weergegeven dag, uur en programma correct?
• Alle parameters volgens de voorschriften voor de instellingen "Installateur" en de
gebruiksaanwijzingen "Gebruiker" controleren.
• De voeler testen.
• De staat van de brander controleren.
• Vorstbeveiliging van installaties uitgerust met verwarmingskringen met pomp, met
begrenzing van de kamertemperatuur is actief.
• De instellingen van het ontstekingsautomaat dat in de ketel is ingebouwd, contro-
leren.
• De instellingen van het niveau dat voor de installateur is voorbehouden, controleren.
• Het foutnummer van de ketelsturing verschijnt naast het bericht "ER".
De oorsprong van de storing kan achterhaald worden met behulp van de storings-
tabel die is opgenomen in de technische gebruiksaanwijzing van de condensatie-
ketel.