Inhoudsopgave
Advertenties
FD-Next18
5.4. Instellingen voor snelheidsafhankelijk schakelen
De instellingen zijn alleen nodig als uitgangen afhankelijk van de snelheid moeten worden
geschakeld. Neem de ingangswaarden over van de CV's van de locdecoder in de treinset.
Naam
Startspanning
(Vertreksnelheid)
Optrek constante
(Optreksnelheid)
Afrem constante
(Remsnelheid)
Als de constante remweg (→ CV 121) actief is, geldt de instelling alleen voor de hoogste toerentalstap
(14, 28 of 128). Als het remproces bij een lagere toerentalstand wordt geactiveerd, wordt de wachttijd
tot de overgang naar de volgende lagere toerentalstand automatisch verlengd. Dit zorgt ervoor dat de
remweg altijd hetzelfde is, ongeacht het snelheidsniveau wanneer het remproces wordt gestart.
Maximale spanning
(maximumsnelheid)
Middenspanning
(middensnelheid)
Alternatieve
kromme
(alleen bij de 28
rijstappen mode)
Opmerking: Een voorbeeld van een alternatieve kromme is ingesteld in de defaultwaarden van CV's 67 – 94.
26 | Configuratievariabelen en registers
Nr.
Invoer-
(Default-)
waarden
2
0 ... 255 (4)
3
0 ... 255 (10)
4
0 ... 255 (5)
5
0 ... 255 (255)
6
0 ... 255 (100)
67
0 ... 255
68
69
...
94
Verklaring en aanwijzingen
= Spanning, die bij rijstap 1 aan de motor
wordt afgegeven.
0 = 0 Volt
255 = maximale spanning
= Lengte van de wachttijd, bij het optrekken /
afremmen van de loc telkens voor het
opschakelen / omlaag naar de volgende hogere
/ lagere rijstap. De wachttijd wordt als volgt
berekend:
(waarde van de CV) x 0,9 sec.
aantal rijstappen
= Spanning, die bij de hoogste rijstap aan de
motor wordt afgegeven.
2 = 0,8 % van de max. spanning
255 = maximale spanning
= Spanning op snelheidsniveau
7 (14-snelheidsmodus) of
14 (28-snelheidsmodus)
= Snelheidstabel voor de alternatieve
snelheidskromme. Aan elk van de 28 rijstappen
wordt een motorspanning toegewezen.
0 = spanning van "0"
255 = maximale spanning
tams elektronik
Advertenties
Inhoudsopgave
