Inhoud
Aansluitingen
Het aansluiten en afspelen vanaf een
digitaal apparaat (coaxiaal/optisch)
1
Sluit het digitale apparaat aan op dit toestel.
(v blz. 22)
2
Druk op de selectieknop voor de ingangsbron
(COAXIAL of OPTICAL) om de ingangsbron te
schakelen naar COAXIAL, OPTICAL 1 of OPTICAL 2.
De indicator voor de geselecteerde ingangsbron kleurt blauw.
0 Als u op OPTICAL drukt, wijzigt de ingangsbron naar "OPTICAL 1" of
"OPTICAL 2".
3
Start de weergaven van het digitale apparaat dat op dit
toestel is aangesloten.
0 De "COAXIAL", "OPTICAL 1" of "OPTICAL 2" ingangsindicator knippert
blauw als dit toestel de bemonsteringsfrequentie van het ingangssignaal
niet kan detecteren.
4
Gebruik VOLUME df om het volume aan te passen.
Voorpaneel
Achterpaneel
Weergave
Instellingen
o De filterkenmerken schakelen
Dit apparaat is uitgerust met een functie voor het aanpassen van de
geluidskwaliteit zodat gebruikers kunnen genieten van weergave met
de gewenste geluidskwaliteit. Deze functie werkt alleen wanneer een
digitaal audiosignaal wordt ingevoerd.
1
0 De FILTER 1・2-indicator licht alleen op wanneer de ingangsbron "COAXIAL",
"OPTICAL 1" of "OPTICAL 2" is.
29
Afstandsbediening
Tips
Druk op FILTER 1 ・ 2.
Telkens wanneer u op de toets drukt, schakelt het toestel tussen
Filter 1 en Filter 2.
FILTER 1・2
Filtertype
indicator
Biedt een korte impulsrespons voor
zowel pre-echo als voor post-echo. Een
Filter 1
Licht blauw
grote hoeveelheid audio-informatie zorgt
(Standaard)
op
voor een heldere weergave van diepe
stereobeelden en de relatieve positie van
de geluidsbron.
Zowel pre-echo als post-echo zijn iets
Licht paars
Filter 2
langer. De geluidskenmerken zijn scherp
op
en krachtig.
Index
Appendix
Functies