Installatieinstructie
Vervanging van de sproeiers van de ontstekingsbrander
Afb. 3
•
Na het vervangen van de sproeier is het noodzakelijk om de functies van het
apparaat te controleren zoals beschreven in het hoofdstuk "Controle van de
functies".
•
Vervang tot slot het oude typeplaatje door een nieuw, bij de levering
inbegrepen, met gewijzigde gegevens en indicatie van het nieuwe gassoort.
Controle van de functie
•
Plaats het apparaat voor het proefdraaien in een goed geventileerde ruimte en
verwijder alle brandbare materialen uit de omgeving.
•
Voer vóór de inbedrijfstelling een lektest uit met zeepsop. Smeer de
koppelingen en buisverbindingen in met zeepsop. Lekken worden zichtbaar
gemaakt door de vorming van bellen bij de verbindingen en aansluitingen van
de leidingen. Een andere mogelijkheid is om naar de gasmeter te kijken. Geen
beweging op de gasmeter geeft aan dat er geen gas lekt.
VOORZICHTIG !
Gebruik geen open vuur om te controleren op gaslekken!
•
Start het apparaat opnieuw op volgens de instructies in het hoofdstuk "Het
apparaat starten".
•
Controleer het apparaat op gasdichtheid (zie DVGW TRGI/TRF-fiches).
2831021
1. Verwijder de voorste afdekking / het
bedieningspaneel.
2. Schroef de R-connector los.
3. Verwijder de UP-sproeier en vervang deze
door de in tabel 2 vermelde sproeier (bij de
levering inbegrepen).
4. Schroef de R-connector weer vast.
5. Plaats de verwijderde onderdelen in
omgekeerde volgorde terug.
NL
29 / 38