Automatische filterreiniging
Het apparaat beschikt over een speciale filterreini-
ging, vooral werkzaam bij fijn stof. Hierbij wordt
het vlakke harmonicafilter om de 15 seconden
(AUTO 15s) of om de 60 seconden (AUTO 60s)
door een luchtstroom automatisch gereinigd (pul-
serend geluid).
1. Draaischakelaar op gewenste programma zet-
ten (AUTO 15s-AUTO 60s).
2. Power-reiniging (bij bijzonder sterke vervuiling
van de vlakke harmonicafilter): Draaischake-
laar op programma 2 AUTO 15s zetten, zuig-
buis of bocht met de hand afsluiten en wachten
op automatische filterreiniging (elke 15 secon-
den).
Afbeelding I
Apparaat uitschakelen
1. Apparaat met de draaischakelaar uitschake-
len.
2. Netstekker loskoppelen.
Na elk gebruik
1. Reservoir legen.
2. Apparaat van binnen en van buiten reinigen
door afzuigen en afvegen met een vochtige
doek.
Apparaat opbergen
1. Zuigslang en netkabel overeenkomstig de af-
beelding bewaren.
Afbeelding J
2. Apparaat in een droge ruimte neerzetten en te-
gen onbevoegd gebruik beveiligen.
Vervoer
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij het vervoer rekening met het
gewicht van het apparaat.
1. Apparaat om te dragen aan de greep vasthou-
den.
2. Apparaat bij het transport in voertuigen con-
form de richtlijnen tegen wegglijden en omval-
len beveiligen.
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Het apparaat mat alleen in binnenruimtes worden
opgeslagen.
Klein en groot onderhoud
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken
Letsel door aanraken van stroomvoe-
rende onderdelen
Schakel het apparaat uit.
Trek de netstekker eruit.
Stofverwijderende machines en veiligheidsinrich-
tingen voor het vermijden of verhelpen van geva-
ren volgens BGV A1.
Voor het onderhoud door de gebruiker moet
het apparaat uit elkaar gehaald, gereinigd en
onderhouden worden, voor zover dit uitvoer-
baar is, zonder hierbij een gevaar voor het on-
derhoudspersoneel en andere personen te vor-
men. Geschikte voorzorgsmaatregelen omvat-
ten ontgifting vóór het uit elkaar halen. Voor-
zorgsmaatregelen treffen voor plaatselijk
gefilterde gedwongen ontluchting, waar het
apparaat uit elkaar wordt gehaald, reiniging
van het onderhoudsvlak en geschikte bescher-
ming van het personeel.
De buitenkant van het apparaat moet door het
stofzuigproces ontgift en schoon worden afge-
veegd of met afdichtmiddel worden behandeld
vooraleer het uit het gevaarlijke gebied wordt
genomen. Alle onderdelen van het apparaat
moeten als verontreinigd worden beschouwd
als ze uit het gevaarlijke gebied worden geno-
men. Er moeten passende maatregelen worden
getroffen om een stofverdeling te vermijden.
Nederlands
Opslag
73