Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werken Met Paskruisen; Werken Met Het Bijgeleverde Programma; Werken Met Andere Programma's - Roland Camm-1 PRO Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

GX-500/400/300 – Geavanceerde bedieningsfuncties

4-9 Werken met paskruisen

Tijdens het uitsnijden van stickers en andere con-
touropdrachten kunt er dankzij een herkenning van de
paskruisen op het materiaal voor zorgen dat het snijpad
zich precies op de verwachte plaats bevindt.
De paskruisen worden tijdens het printen toegevoegd
en door de snijplotter gehanteerd voor de positie-instel-
ling. Het verdient aanbeveling om de paskruisen samen
met het snijpad op de computer op te slaan.
Paskruis:
Oorsprong
De te kiezen instellingen voor de paskruisen worden
bepaald door het programma.

Werken met het bijgeleverde programma

Met het Roland CutStudio-programma kunt u naast
het beeld/de grafiek ook paskruisen printen. De
snijplotter is uitgerust met sensoren, die de posities van
die paskruisen "zien" en ervoor zorgen dat het snijpad
zich precies op de gewenste plaats bevindt. Meer details
over het gebruik van deze functie vindt u in de elektro-
nische handleiding onder de hoofding "Printing and
Cutting Guide" (voor Windows) of "Macintosh Cut-
ting Guide" (Macintosh).

Werken met andere programma's

Ga als volgt tewerk.
1. Bereid het ontwerp voor.
Als u het programma tevens voor de aanmaak van pas-
kruisen gebruikt, moet u een voldoende grote afstand
tussen de paskruisen en het snijpad laten. De illustratie
verderop toont op welke plaatsen ze zich moeten bevin-
den.
• U kunt kiezen tussen het werken met drie of vier pas-
kruisen. Bij gebruik van vier paskruisen zal het resultaat
uiteraard nog nauwkeuriger zijn. Het gebruik van drie
paskruisen betekent echter een aanzienlijke tijdsbespa-
ring. Als u maar drie paskruisen gebruikt, moeten die
zich op de plaatsen "1", "2" en "3" (zie de afbeelding
verderop) bevinden.
• Bij bijzonder lange objecten verdient het aanbeveling
om een marge van minstens 25mm te laten.
• Noteer de afstand tussen de paskruisen (waarde "X" en
waarde "Y"). Die waarden moet u namelijk later in het
programma invoeren.
• Er zijn nagenoeg geen beperkingen voor wat de vorm
van de paskruisen betreft. Desondanks verdient het
aanbeveling om rechthoekige objecten te gebruiken (zie
de illustratie).
38
Snijlijn:
Contoursnitten rond
een grafiek zijn zon-
der meer mogelijk.
Materiaal
• In het volgende gaan we ervan uit dat u met de hieron-
der getoonde snijtekens werkt.
Markering 3
Snijgebied
Oorsprong
Markering 1
Afstand "X"
Minstens
15mm
Materiaalbreedte
2. Bereid de snijopdracht voor.
Print het beeld samen met de snijtekens.
Laad het materiaal met het geprinte beeld en installeer
het pasgereedschap. Zie "Werken met materiaalrollen"
(blz. 19), "Mesje installeren" (blz. 23) en "Laden van
materiaalvellen (standaardformaten e.d.)" (blz. 34).
Het pasgereedschap moet op dezelfde manier worden
geïnstalleerd als de cuttereenheid.
3. Kies de mode en voer de juiste waarden in.
Zet de [CROPMARK]-parameter op [MANUAL] en
voer de afstand tussen de paskruisen van het geladen
object in.
A Druk zo vaak op de [MENU]-knop tot de volgende
pagina verschijnt.
UNSETUP
B Druk zo vaak op de [ ]-knop tot de volgende pagina
verschijnt.
CROPMARK
<SENSOR MODE>
C Druk op de [® ® ® ® ]-knop. Kies met [ ] of [ ]
"[MANUAL]".
CROPMARK
*MANUAL
D Druk op de [® ® ® ® ]-knop. Kies met [ ] of [ ]
"[BASIC SETTINGS]".
MANUAL
*BASIC SETTINGS
E Druk zo vaak op de [® ® ® ® ]-knop tot de volgende pagina
verschijnt.
DISTANCE X 180mm
*180mm
Markering 4
Minstens 30mm
Markering 2
Minstens 30mm
Minstens 15mm

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gx-500Gx-400Gx-300

Inhoudsopgave