Inhoudsopgave
Advertenties
Nach Abschluss dieser Einstellung wird
die Lautstärke nur noch über den Lauts-
tärkeregler an der Audioquelle geregelt.
Sollten bei der Wiedergabe Brumm-
störungen hörbar sein, stellen Sie den
GROUND-LIFT-Schalter (17) in die Stel-
lung "LIFT".
Zum Ausschalten der Anlage schalten
Sie zuerst die Endstufe mit dem Netz-
schalter (1) ab und dann erst die Audio-
quellen.
Bedeutung der Anzeige-LEDs
LEDs CLIP (4):
LEDs SIGNAL (5):
LEDs ACTIVE (6)
LEDs PROTECT (3):
18
All manuals and user guides at all-guides.com
Achten Sie darauf, dass die maximale
Lautstärke von der Leistungsfähigkeit
der Lautsprecher und des Verstärkers
abhängt.
Durch eine zu hohe Lautstärke kann es
zu Schäden sowohl an den Lautspre-
chern, als auch am Verstärker kommen.
Eine Überlastung ist durch auftretende
Verzerrungen leicht hörbar.
Bei jeder Veränderung der Beschaltung
muss der Einstellvorgang wiederholt
werden.
Die Verbindung zwischen Endstufen-
masse
und
Gehäuseerdung
wird
getrennt. Dadurch werden Masseschlei-
fen (Ursachen für Brummstörungen) ver-
mieden.
Ein Nichteinhalten dieser Reihenfolge
führt evtl. zu Knackgeräuschen, die die
Lautsprecher beschädigen können.
Das Ausgangssignal ist am Maximum,
die Endstufe wird an Ihrer Leistungs-
grenze betrieben. Eine Überlastung
kann durch Einschalten der Limiter (2)
vermieden werden.
Am jeweiligen Eingang der Endstufe
liegt ein Signal an.
Die jeweilige Endstufe ist eingeschaltet
und wird mit Strom versorgt.
Die Schutzschaltung des jeweiligen
Endstufenzweigs
hat
angesprochen.
Bitte Fehler beseitigen (siehe auch
"Behebung von Störungen").
Aansluiting
De eindversterker is uitgerust met symmetrische XLR-ingangen en met symmetri-
sche 6,3 mm stekkerbussen die ook asymmetrische signalen accepteren.
Voor de aansluiting van de luidsprekers is de eindversterker uitgerust met SPEA-
KON-luidsprekeraansluitingen en met luidsprekerklemmen.
Het is voor de werking onbelangrijk, welke aansluitingen worden gekozen. Gebruik
echter altijd slechts één soort aansluiting.
Gebruik voor de aansluiting van de ingangen slechts hiervoor
geschikte afgeschermde XLR- of stekkerleidingdraden. Bij
gebruik van andere kabels kunnen storingen optreden.
Om vervormingen of verkeerde aanpassingen te voorkomen die
tot beschadiging van het toestel kunnen leiden, mogen op de
XLR-ingangen slechts bronnen met een XLR-uitgang of op de
stekkeringangen slechts bronnen met een stekkeruitgang worden
aangesloten.
De bedrading naar de luidsprekers moet altijd twee-aderig wor-
den uitgevoerd. Isoleer open verbindingsplaatsen. Let erop dat de
snoeren niet door scherpe randen kunnen worden beschadigd.
Als u voor de aansluiting van de luidsprekers de luidsprekeruit-
gangen SPEAKON (12) wilt gebruiken, moet eerst de afdekking
voor de aansluitingen worden weggenomen (twee schroeven los-
draaien en afdekking wegnemen).
Als de luidsprekeruitgangen SPEAKON (12) niet worden gebruikt,
moet de afdekking zijn gemonteerd.
Gebruik uitsluitend luidsprekers met voldoende belastingscapaci-
teit (zie de technische gegevens).
Verbind de luidsprekers direct met de versterker.
Gebruik geen hoofdtelefoonadapter of verdeelboxen! In geval van
twijfel dient u een vakman te raadplegen.
Let erop dat alle luidsprekers volgens de juiste polariteit zijn aan-
gesloten - dus de plus- en mintekens moeten overeenstemmen!
De versterker is ontwikkeld voor gebruik met luidsprekerimpe-
danties van minimaal 4 ohm (stereomodus) of 8 ohm (mono-brug-
modus). Sluit in geen geval luidsprekers met een lagere impedan-
tie aan.
Let ook op de aansluitwaarden in de „Technische gegevens".
Op onderstaande afbeelding zijn de toewijzingen van de stekkers voor
de ingangsbussen weergegeven:
Jackplug
Massa
XLR-bus (van contactkant gezien)
Massa
67
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
