3.4
Conformiteitsverklaring
Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Euro-
pese richtlijnen evenals aan de bijkomende nationale vereis-
ten. De conformiteit wordt bevestigd door de CE-markering.
Een kopie van de conformiteitsverklaring van het product kunt u aanvra-
gen. Neem daarvoor contact op met het adres zoals vermeld op de ach-
terzijde van deze instructie.
3.5
Productkenmerken voor energieverbruik
Uitgebreide informatie over het energieverbruik vindt u op onze inter-
netpagina.
3.6
Accessoire
Een overzicht van alle leverbare accessoires vindt u in onze algemene ca-
talogus.
4
Voorschriften
▶ Gewijzigde voorschriften of aanvullingen in acht nemen. Deze voor-
schriften gelden tevens op het tijdstip van de installatie.
▶ Voor de montage en het gebruik van de installatie de nationale en
plaatselijke normen en richtlijnen in acht nemen.
Regels van de techniek voor de installatie van collectoren:
• Montage op de daken:
– DIN 18338VOB, deel C: dakbedekkings- en dakafdichtingwerk-
zaamheden
– DIN 18339, VOB, deel C: loodgieterwerkzaamheden
– DIN 18451, VOB, deel C: werken op stellingen
– DIN EN 1991: effecten op de draagconstructies
• Aansluiting van thermische zonnesystemen:
– EN 12976: Thermische zonnesystemen en hun onderdelen (pre-
fab installaties)
– EN 12977: Thermische zonnesystemen en hun onderdelen
(klantspecifiek gefabriceerde installaties)
– DIN 1988: Technisch regels voor drinkwaterinstallaties (TRWI)
• Elektrische aansluiting:
– DIN EN 62305 deel 3 / VDE 0185-305-3: bliksembeveiliging, be-
veiliging van bouwkundige installaties en personen
SolarLine • 6720806156 (2023/10)
5
Voorwaarden voor de installatie
5.1
Algemene aanwijzingen
Aangezien een dakdekker over de vereiste ervaring beschikt inzake dak-
werkzaamheden, dakdichtheid en de gevaren die ermee zijn verbonden,
raden wij u aan samen te werken met een dakdekker.
Collectorbescherming
De collectoren moeten geschikt zijn voor gebruik met zonnevloeistof.
Om een stagnatie gedurende een langere periode te voorkomen:
▶ Wanneer u de geïnstalleerde collectoren niet na 4 weken in bedrijf
worden genomen, moeten de collectoren worden afgedekt (bijvoor-
beeld met een zeil).
Toegestane warmtegeleider
▶ De collectoren moeten ter bescherming tegen vorst en corrosie wor-
den gebruikt in combinatie met de koelvloeistof L of LS.
▶ Wanneer water als warmtegeleider wordt gebruikt, moet aan de vol-
gende voorwaarden worden voldaan:
– Continue omgevingstemperaturen boven 5 °C.
– Gesloten circuit. Het constante binnendringen van zuurstof wordt
daardoor voorkomen. Bij drukverlies de oorzaak direct oplossen.
– Water laten onderzoeken (tabel).
Parameter
pH-waarde
Elektrisch geleidingsvermogen 100 - 1500 microS/cm
Carbonaathardheid en
1)
sulfaat
Chloridegehalte
Tabel 8 Grenswaarde voor water als warmtegeleider
1)
–
c (HCO
) = concentratie bicarbonaationen
3
(eenheid: m mol/l)
2–
c (SO
) = concentratie sulfaationen (eenheid: m mol/l)
4
Corrosiebescherming
Alle geleverde componenten zijn via het materiaal (bijvoorbeeld alumini-
um, kunststof) tegen corrosie beschermd.
▶ Gebruik bouwzijdig alleen materialen, die tegen de plaatselijke
weersgesteldheid bestand zijn.
5.2
Eisen aan de installatieplaats
Wij adviseren bij de montage van de collectoren bovendien een water-
dichte onderlaag toe te passen.
▶ Verzamel informatie over de bouwkundige omstandigheden en de lo-
kale voorschriften.
▶ Aan de achterzijde van de collectoren voor voldoende ventilatie zor-
gen conform de nationale regelgeving.
▶ Breng aan de achterkant van de collectoren een extra isolatie aan.
▶ Collectoren optimaal uitlijnen. Hierbij vooral op het volgende letten:
– Collectorveld zo zuidelijk mogelijk uitrichten en schaduw door an-
dere gebouwen, bomen enzovoort vermijden.
– Hydraulische koppeling op de leiding respecteren (
hoofdstuk 9, pagina 25).
– Houd rekening met de benodigde ruimte op het dak
( hoofdstuk 5.4, pagina 11).
Voorschriften | 4
Waarde
7,5 - 9
maximaal 30 mg/l
9