10 | Montage van de indekplaat
6720803995.22-1.ST
6720803995.22-1.ST
Afb. 55 Leveringsomvang ontluchterset
[1]
Automatische ontluchtingspot met afsluitschroef (1 × )
[2]
Dichting9 × 15 mm (1 × )
[3]
Kogelkraan (1 × )
[4]
Afdichting 17 × 24 mm (1 × )
[5]
Handmatige ontluchter (1 × )
[6]
Dubbele nippel G¾ met O-ring (1 × )
[7]
Nippel G¾ met O-ring (1 × )
[8]
Wartelmoer G¾ (1 × )
[9]
Afdichting 17 × 24 mm (1 × )
[10] Sluitring (1 × )
[11] Klemring (1 × )
▶ Aansluitbuis op de collectoraansluiting schuiven en met klem bor-
gen.
▶ Schroef de aansluitbuis en de dubbele nippel [1] in de luchtpot.
▶ Plaats de leiding [3] in het klemringkoppelstuk 18 mm [2] en draai
de schroefverbinding vast.
Afb. 56 Aansluiting aanvoer met automatische ontluchter
26
1
2
3
00100 2418-01
00100 2418-01
5
5
10
Montage van de indekplaat
Controlewerkzaamheden
▶ Controleer de huidige installatie
1. Afglijbeveiligingen gemonteerd?
2. Neerhouders gemonteerd en schroeven vastgedraaid?
3. Verbinders geribbelde buis en aansluitleidingen met klemmen
vastgezet?
4. Is de collectorsensor tot aan de aanslag ingeschoven?
5. Lekdichtheidscontrole uitgevoerd en alle aansluitingen op
lekkage gecontroleerd (zie handleiding zonnestation)?
Tabel 18
Aansluiten en leidingen isoleren
WAARSCHUWING
Brandgevaar door niet geïsoleerde leidingen!
Leidingen, die niet geïsoleerd zijn, mogen niet met brandbare materialen
(bijvoorbeeld hout) in contact komen.
▶ Leidingen voldoende isoleren.
▶ Leidingen in het gehele zonnecircuit conform de nationale normen en
richtlijnen isoleren.
▶ Leidingen in buitenopstelling met UV-, weer- en hogetemperatuurbe-
stendig materiaal (150 °C) isoleren. Bescherm de interfaces tegen
het binnendringen van water.
▶ Leidingen in binnenopstelling met hogetemperatuurbestendig mate-
riaal (150 °C) isoleren.
▶ Isolatie indien nodig tegen vogelvraat beschermen.
▶ Neem de plaatselijke omstandigheden in acht (bijv. zand).
10.1
Steunplaten zijkant monteren
Bij een botsing tussen steunplaten en leidinginstallatie kan de steunplaat
worden aangepast.
▶ Steunplaten aan de linker en rechter buitenzijde van de collectoren in
het midden uitlijnen en tegen de eenzijdige neerhouder aanslaan.
▶ Steunplaten elk met twee schroeven 5 × 30 bevestigen.
Afb. 57 Steunplaten zijkant monteren
o
o
o
o
o
T25
0010047948-001
SolarLine • 6720806156 (2023/10)