8 | Montage van de collectoren
Bij velden met > 2 collectoren:
1. Extra dubbelzijdige neerhouder met schroeven 6 × 60 monteren.
2. Neerhouders zodanig positioneren, dat deze in de montageopenin-
gen aan de zijkant vallen en vlak aanliggen. Daarbij de schroeven
slechts iets aantrekken.
Afb. 48 Extra neerhouders monteren
Om extra collectoren te monteren:
▶ Montagestappen voor elke collector herhalen, zoals beschreven in
hoofdstuk 8.3.
De neerhouder [1] mag niet verdraaid worden.
Indien nodig:
▶ Aan de neerhouder tegenhouden.
Bij de laatste collector in het veld:
▶ Aan de rechterzijde van de collector de eenzijdige neerhouders in de
montageopeningen aan de zijkant van de collector plaatsen en op de
daklatten schroeven.
1
Afb. 49 Neerhouders vastschroeven
24
T25
0010047938-001
T25
6x60
00100
00100
50797
50797
8.4
Collectortemperatuursensor monteren
De collectortemperatuursensor is met de zonneregelaar meegeleverd.
OPMERKING
Uitval van de installatie door een defecte sensorkabel!
▶ Sensorkabel beschermen tegen mogelijke schade, bijvoorbeeld door
aanvreten.
▶ Collectortemperatuursensor in de collector met de aangesloten aan-
voer monteren.
Afb. 50 Positie van de collectorsensor
[1]
Collectorsensorpositie
[2]
Aanvoer
[3]
Retour
▶ Met de collectorsensor de afdichtlaat van de dompelhuls doorstoten
en tot aan de aanslag inschuiven (165 mm).
1
Afb. 51 Collectorsensor monteren
[1]
Positie van de dompelhuls voor de collectorsensor
-01
-01
Wanneer de dompelhuls van een verkeerde collector werd doorstoten,
dan moet deze dompelhuls met de stop uit de aansluitset worden afge-
dicht.
1
3
2
SolarLine • 6720806156 (2023/10)
00100 2420-01
00100 2420-01
5
5
0010047941-001