Selecteer Wi-Fi en klik op OK.
6. Typ het wachtwoord en klik op OK.
Het venster Netwerkinstellingen (Network Settings) wordt weergegeven.
7. Configureer of wijzig de instellingen.
U kunt schakelen tussen de vensters IPv4 en IPv6. Klik op het tabblad om van protocol te wisselen.
• IPv4/IPv6-instellingen
A: Netwerktype: (Network Type:)
Selecteer de Wi-Fi-modus.
◦ Infrastructuur (Infrastructure)
Hiermee verbindt u de printer via een draadloze router met Wi-Fi.
◦ Direct
Hiermee sluit u de printer zonder een draadloze router aan op draadloze
communicatieapparaten (smartphone of tablet).
printer selecteert, dan kunt u afhankelijk van de printer die u gebruikt de optie Direct
selecteren.
Opmerking
Als Wi-Fi is ingeschakeld op de computer en u bij stap 4 een via USB verbonden
65