Uw nieuwe apparaat
Hier leert u uw nieuwe apparaat kennen. We leggen u de
werking van het bedieningspaneel en de afzonderlijke
Het bedieningspaneel
Draaiknop
De draaiknoppen kunnen worden ingedrukt. Om een draaiknop
te ver- of ontgrendelen zet u hem in de nulstand en drukt hem
vervolgens in.
Toetsen en indicatie
Met de toetsen stelt u de verschillende extra functies in. Op het
display kunt u de ingestelde waarden aflezen.
Symbool
Functie van de toets
Menu Tijdfuncties openen en sluiten
0
Gewicht kiezen
h
Snelvoorverwarming of kinderslot kiezen
d
kort indrukken: werking starten/onderbreken
†
lang indrukken: werking afbreken
Instelwaarden verhogen
Plus
@
Instelwaarden verlagen
A
Min
90
Magnetronvermogen 90 watt kiezen
180
Magnetronvermogen 180 watt kiezen
360
Magnetronvermogen 360 watt kiezen
600
Magnetronvermogen 600 watt kiezen
900
Magnetronvermogen 900 watt kiezen
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in.
Stand
Gebruik
Nulstand
De oven is uitgeschakeld.
Û
Magnetron
Magnetronvermogen kiezen.
x
Hete lucht
Voor het bakken van cakes in vormen, bis-
~
cuit en kwarktaart en cake, pizza en klein
gebak op de bakplaat.
Circulatiegrill
Gevogelte wordt knapperig bruin. Oven-
™
schotels en gegrilde gerechten lukken u
hiermee het best.
Pizzastand
Voor kant-en-klare diepvriesproducten en
}
voor gerechten waarvoor veel warmte van
onderen nodig is.
Grill
Kies tussen de standen sterk, gemiddeld
š
of zwak. U kunt meerdere steaks, worstjes,
vissen of sneetjes brood grillen.
bedieningselementen uit. U krijgt informatie over de
binnenruimte en de toebehoren.
Stand
Gebruik
Programma's 4 ontdooiprogramma's
X
11 bereidingsprogramma's
Verwarmingsmethode en tijdsduur zijn
afhankelijk van het gewicht vastgelegd.
Aanwijzingen
Wanneer u instelt, brandt het indicatielampje boven de
■
functiekeuzeknop.
Na het indrukken van de toets
■
binnenruimte aan.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop stelt u de temperatuur of de
grillstand in.
Stand
Nulstand
Ú
50, 100-230 Temperatuur-
bereik
Grillstanden
I, II, III
Aanwijzing: Het indicatielampje boven de
temperatuurkeuzeknop brandt totdat de ingestelde temperatuur
bereikt is. Tijdens het grillen brandt het lampje niet.
Koelventilator
Uw apparaat heeft een koelventilator. De koelventilator schakelt
in bij gebruik. De warme lucht ontsnapt via de deur.
Na gebruik loopt de koelventilator een bepaalde tijd lang na.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Dan raakt het apparaat
oververhit.
Aanwijzingen
Bij gebruik van de magnetron wordt het apparaat niet warm.
■
Toch wordt de koelventilator ingeschakeld. Hij kan ook
doorlopen wanneer de magnetronfunctie beëindigd is.
Bij het deurvenster, de binnenwanden en op de bodem kan
■
condenswater optreden. Dit is normaal, de werking van de
magnetron wordt hierdoor niet gehinderd. Veeg het
condenswater na de bereiding weg.
gaat de ovenlamp in de
†
Betekenis
De oven warmt niet op.
De temperatuur in de binnen-
ruimte in °C.
I = stand 1, zwak
II = stand 2, gemiddeld
III = stand 3, sterk
71