GEBRUIK
26
• Bewaart voeding met een hoger vochtgehalte vooraan in het schap.
• Het werkelijke aantal schappen kan verschillen afhankelijk van het model.
*1
h
Flessenrek
Bewaart verpakkingen en hoge flessen met behulp van het flessenrek.
LET OP
• Bewaar geen flessen of verpakkingen. De voorwerpen kunnen vallen en letsel veroorzaken of het
apparaat beschadigen.
*1
Snacklade
i
Bewaart kleine verpakkingen van gekoelde voedsel.
j
Door in Door compartiment
Bewaart veelgebruikte voedingsmiddelen zoals dranken en snacks.
k
Deurvak koelkast
Bewaart kleine verpakkingen met gekoelde voedingsmiddelen, drankjes en saus containers.
*1
Watertank
l
Slaat water op om de dispenser te voeden. Het moet met de hand worden gevuld.
Koelkast lade
m
Hier worden groenten en fruit worde opgeslagen om deze zo lang mogelijk vers te houden.
*1
n
Eierrekje
Bewaart de eieren.
• Niet gebruiken als ijsvak en plaats het niet in het schap bovenop de koelkast of in de groentelade.
Deksel voor de onderste lade
o
Dit is de afdekking van de onderste lade.
LET OP
• Bewaar geen items vooraan van de onderste schap. De items kunnen vallen en letsel of schade aan het
apparaat veroorzaken.
*1