Prepareren van vruchten/groenten
■
Belangrijk: gebruik alleen vruchten die goed rijp zijn, aangezien het
filter w anders kan dichtslibben. Dit zou herhaaldelijk reinigen van het
filter w noodzakelijk maken.
■
Was of schil de vruchten of groenten die u wilt verwerken.
■
Grote pitten moeten altijd vóór het vullen uit de vruchten worden gehaald.
■
Pitvruchten (zoals appel, peren) kunnen met schil en klokhuis worden ver-
werkt. Verwijder andere pitten (perziken, pruimen enz.) en alle grote pitten
(meloenen enz.) en stelen om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
■
Vruchten met een dikke schil (bijv. citrusvruchten, meloenen, kiwi's, rapen)
moeten altijd eerst worden geschild.
■
Bij druiven moet de hoofdsteel afgesneden worden.
Snijd vruchten en groenten in zodanig grote stukken, dat ze in de vulschacht 2
■
passen.
■
Kurkuma moet worden gewassen maar niet geschild.
■
Verwijder eventuele harde stukjes van de gember, was hem en snijd hem in
kleine stukjes. Om de gember te persen, hoef je hem niet te schillen.
■
Snijd de stronk van de bleekselderij af en verwijder verwelkte blaadjes.
Steek de bleekselderij altijd met het onderste, brede uiteinde eerst in de
vulschacht 2.
■
Was de tuinsla, bijv. kropsla of bladsla/pluksla, en vouw de losse bladeren
samen, zodat er 'pakjes' ontstaan. Dat zorgt voor meer druk, zodat er meer
vloeistof kan worden gewonnen.
OPMERKING
►
Rozijnen zijn niet geschikt om uitgeperst te worden, aangezien ze weinig
sap bevatten. Rabarber of andere draderige soorten fruit/groente zijn
niet geschikt om uitgeperst te worden, omdat de draden de sapcentrifuge
verstoppen.
Uitpersen
WAARSCHUWING! LETSELGEVAAR!
Steek nooit uw handen of voorwerpen in de vulschacht 2 terwijl het appa-
►
raat in werking is. Dit zou tot zwaar lichamelijk letsel en/of beschadiging
van het apparaat kunnen leiden.
■
30
│
NL │ BE
SFEE 800 A1