OPMERKING: Voer stappen 19-32 alleen voor pomp
A uit. Zie A
. 4.
FB
19. Schroef de pomp in de lagerbehuizing (M) totdat
de bovenste schroefdraad op gelijke hoogte ligt
met de voorkant van het lager (N). Draai de pomp
om de pompuitlaatfitting uit te lijnen met
de uitlaatslang.
20. Het oliereservoir heeft vier poorten van 1/8 npt.
Twee zullen ontoegankelijk zijn wanneer
de pomp is gemonteerd. Noteer of markeer
deze poorten. Verwijder de pomp. Breng
schroefdraadafdichtmiddel aan en plaats de
pluggen in de twee poorten. Draai de pluggen
aan tot 14-20 Nm (10-15 ft-lb). Draai niet te vast.
21. Controleer of de stervormige borgmoer (G) is
vastgeschroefd op de pomp met de vlakke zijde
omhoog gericht. Draai voorzichtig aan de stang
(1) en verleng deze 51 mm (2 inch) boven het
oliereservoir.
22. Begin de pomp in de lagerbehuizing (M)
te draaien. Plaats de vingerbescherming (P) over
de stang wanneer deze toegankelijk is door het
gat in de draagbehuizing. Steek de pen erin
wanneer de pengaten uitgelijnd zijn.
Trek de borgveer naar beneden.
OPMERKING: De vingerbescherming wordt niet
gebruikt op model E-30.
23. Zet een vingerbescherming (P) op het
oliereservoir (19). Blijf de pomp in de
lagerbehuizing (M) schroeven totdat de bovenste
schroefdraden +/- 2 mm (1/16 inch) van
de voorkant van het lager (N) staan.
1
De platte zijde is omhoog gericht.
2
Smeer de schroefdraden met
ISO-olie of -vet.
3
De bovenste schroefdraden van
de pomp moeten bijna gelijk met
de voorkant van het lager (N) liggen.
4
De vingerbescherming (P) wordt
niet gebruikt op model E-30.
2
A
. 4 Pomp A weer aansluiten
FB
3B0061ZAC
T
D
24. Breng schroefdraadafdichtmiddel aan en schroef
de fitting met weerhaak in de motorzijde van het
oliereservoir. Draai vast met een aanhaalmoment
van 10-15 ft-lb (14-20 N•m). Draai niet te vast.
25. Breng schroefdraadafdichtmiddel aan en schroef
de elleboog (U) in de overgebleven poort van het
oliereservoir. Draai vast met een aanhaalmoment
van 10-15 ft-lb (14-20 N•m). Draai niet te vast.
26. Breng schroefdraadafdichtmiddel aan en schroef
de geribde fitting in de elleboog (U). Draai vast
met een aanhaalmoment van 10-15 ft-lb
(14-20 N•m). Draai niet te vast.
27. Sluit de uitlaatslang voor component A losjes aan
op de pomp en op de verwarmer. Breng de slang
op een lijn en maak de fittingen dan stevig vast.
28. Maak de stervormige borgmoer (G) vast door er
stevig met een vonkvrije hamer op te tikken.
29. Breng schroefdraadafdichtmiddel aan en schroef
de geribde fitting in de elleboog (U). Draai vast
met een aanhaalmoment van 10-15 ft-lb
(14-20 N•m). Draai niet te vast.
30. Breng een dunne laag TSL op de geribde fitting
aan. Ondersteun de slangen (T) met twee handen
terwijl deze recht in de geribde fittingen worden
geduwd. Zorg ervoor dat de inlaatslang niet
buigen of kromtrekken. Maak elke slang vast
met een draadklem tussen twee ribbels.
31. Sluit de vloeistofinlaat (C) en -uitlaat (D) weer aan.
32. Zuiver de lucht en laad het systeem.
Zie bedieningshandleiding Reactor.
TI3765a-2
Reparatie
P
4
U
M
N
3
G
1
2
C
2
19