Tabel 2. Foutcodes
Designation
Code
De inverter bevindt zich in de
Pre-Charge DC_BUS
startprocedure maar de DC Bus
Er00
storing
kan de gewenste spanning niet
bereiken of aanhouden
Inverter spanning
De uitgaande spanning van de
Er03
abnormaal
inverter is abnormaal
Er07
Te hoge DC_BUS spanning
De spanning van de interne DC
BUS is te hoog of te laag
Er08
Te lage DC_BUS spanning
EEPROM fout op de
Er17
EEPROM gegevens zijn onjuist
besturingskaart
De capaciteiten van de DC Bus
Er19
DC_BUS ontladingstoring
kunnen niet ontladen worden
De uitgaande spanning van de
Er22
Uitgaande relais defect
inverter is abnormaal
Detectie uitgaande stroom
De uitgaande stroom van de
Er24
defect
inverter wordt niet gedetecteerd
Te hoge stroomwaarde van
Te hoge stroomwaarde aan DC
Er25
Booster A
zijde. Deze storingscode wordt
weergegeven wanneer de
Te hoge stroomwaarde
Er26
stroom in het DC netwerk groter
Van Booster B
is dan aangegeven.
Configuratie van de
Er30
driverkaart komt niet
EEPROM gegevens zijn onjuist
overeen met de EEPROM
De inverter schakelt over naar
Er06
EPO (Emergency Power Off)
de EPO modus
weergegeven wanneer de
Overstroom op de
Er09
stroom in het AC netwerk groter
wisselrichter
is dan aangegeven.
weergegeven wanneer de
wisselrichter in
Er11
stroom in het AC netwerk groter
overbelasting
is dan aangegeven.
Er13
wisselrichter in kortsluiting
Kortsluiting aan AC zijde.
Synchronisatie niet mogelijk
tussen de wisselrichter en de
Er14
wisselrichter PLL storing
fase van het net
DC uitgang van de
DC component van de
Er29
wisselrichter overschrijdt
stroomvoorziening in het net is
de specificaties
buiten bereik
Temperatuur van de
Er10
Interne temperatuur is te hoog.
inverter te hoog
Te hoge temperatuur van
De temperatuur van de
Er18
de koelvinnen
koelvinnen is te hoog.
Er01, Er02, Er04, Er05, Er12, Er15, Er16, Er20, Er21, Er23, Er27, Er28, Er31
Indien de foutcode aanhoudt, neem dan contact met uw plaatselijke verdeler.
Description
Repair
1. Ontkoppel ALLE PV (+) of PV (-)
2. Wacht enkele seconden
3. Nadat het LCD uitgeschakeld
is, herstel de verbinding en
controleer opnieuw
Verwijder de kortsluiting van de
EPO-terminal.
Schakel de AC hoofdzekering
uit.Controleer dan de
systeemconfiguratie en de
verbindingen met het net.
1. Tracht de
omgevingstemperatuur te
verlagen.
2. Verplaats de inverter naar een
koelere plaats.
Gereserveerd
34
Table 3. Alarmcodes en omschrijving van alarmcodes
LCD
geeft
Benaming
Omschrijving
aan
AL00
Netspanning te hoog
De spanning van het net is
hoger of lager dan de
toegelaten waarde.
AL01
Netspanning te laag
Netfrequentie te
AL02
De frequentie van het net
hoog
is hoger of lager dan de
toegelaten waarde.
AL03
Netfrequentie te laag
Ingaande spanning
AL04
BOOSTER_A te hoog
Ingaande spanning
AL05
BOOSTER_A te laag
Onder of overspanning
aan de DC ingang.
Ingaande spanning
AL06
BOOSTER_B te hoog
Ingaande spanning
AL07
BOOSTER_B te laag
AL08
Anti-Eilandwerking
Fasestoring op het
Geen net of een
AL 13
net
netstoring
Storing op de vorm
AL14
van de net golf
Onbalans van de
De spanning van de
AL09
inverterspanning
inverter is in onbalans
De verliesstroom in de
AL10
CFDI
aardgeleider is te hoog.
De impedantie is tussen PV
(+) & PV(-) en de
AL11
Isolatiefout
PV-Inverter is kleiner dan
2MΩ.
AL12, AL15 ~ AL 31
Indien de foutcode aanhoudt, neem dan contact met uw plaatselijke verdeler.
Herstelling
1. Wacht 1 minuut. Indien het net terug
normaal wordt zal de inverter
automatisch herstarten.
2. Controleer de verbindingen met het
net, zoals draden en connectoren.
3. Zorg ervoor dat de spanning en de
frequentie van het net voldoen aan
de vereiste specificaties.
1. Ontkoppel ALLE PV (+) of PV (-)
2 Controleer of open PV spanning zich
bevindt buiten het gebied 120Vdc ~
500Vdc.
1. Ontkoppel ALLE PV (+) of PV (-)
2. Controleer de verbindingen met het
net zoals draden en connectoren.
3. Controleer toestand van het net.
1. schakel inverter uit (Ontkoppel de
zonnecellen van de ingang van de
inverter)
2. Controleer de toestand van het net
en herstart daarna de inverter
(verbind de zonnecellen met de
ingang van de inverter)
1.Ontkoppel de zonnecellen van de
ingang van de inverter en voer de
nodige systeemcontroles uit.
2. Nadat het probleem opgelost is
koppelt U opnieuw de zonnecellen
aan de inverter
. Controleer de
PV-Inverter status.
1. Ontkoppel ALLE PV (+) of PV (-)
2. Controleer de impedantie tussen PV
(+) & PV (-) en aarding. De impedantie
moet groter zijn dan 2MΩ
Gereserveerd
35