9 ELEKTRISCH PANEEL EN ELEKTRISCHE SPECIFICATIES
Algemeen
• Alle op locatie geïnstalleerde bedrading moet overeenkomen met de lokale regelgeving, EG-richtlijnen en voorschriften.
Zorg er voor dat er wordt voldaan aan de voorwaarden die de EG heeft opgesteld m.b.t. juiste aarding van de apparatuur.
• De gestandaardiseerde waarden worden weergegeven op het typeplaatje van de unit: maximale stroomsterkte, maximale
kW.
• Controleer alle op locatie geïnstalleerde bedradingen op de juiste aansluitpunten en op mogelijke kortsluiting of massa.
Zorg voor complete bescherming tegen binnendringen van water in het aansluitpunt.
Alle kabels en aansluitingen zijn eenstemmig genummerd volgens het elektrische schema om mogelijke verkeerde
interpretatie te voorkomen. Dankzij het identificatiesysteem van de kabels die zijn aangesloten op de onderdelen is ook
eenvoudige en intuïtieve herkenning van het onderdeel mogelijk. Elk onderdeel van het elektrische paneel bevat een
identificatieplaatje volgens het elektrische schema. Alle verbindingen naar het elektrische paneel zijn gemaakt vanaf de
onderkant en zijn uitgerust met afdekking om te voorkomen dat deze breken. De stroomtoevoer voor het elektrische paneel
is 400V/3ph+n/50Hz (geschikt voor TN-S-systeem) en er is geen extra stroomtoevoer nodig. Als de unit wordt gevoed door
een TN-C, TT of IT-voedingssysteem, moet de optie "voeding zonder neutrale 400V/3ph/50Hz" zijn besteld en
geïmplementeerd in de schakelkast van de unit. De invoer van de voedingskabels wordt geleverd aan de onderzijde van
de kast door een demonteerbare flens die geschikt is voor dit doeleinde.
Het regelingscircuit wordt aangedreven met 24 VAC. Elke unit is uitgerust met een supplementair
transformatorregelingscircuit van 230/24V. Er zijn geen extra voedingskabels voor de regelaar vereist.
De unit heeft een geïntegreerde antivriesverwarming in de verdamper. Het circuit heeft ook een elektrische weerstand
ingebouwd in de compressor om de olie warm te houden en te voorkomen dat het koudemiddel naar binnen loopt. De
werking van de elektrische weerstanden is alleen verzekerd bij een constante voeding.
De unit is uitgerust met een alarmrelais dat van status verandert als er een alarmmelding optreedt in een van de
koelcircuits. Verbind de aansluitingen zoals beschreven in het bedradingsschema op de unit (aansluiting 'X') een visueel of
geluidsalarm of een extern toezichtsysteem.
BMS is toegestaan om de werking te controleren. Zie het bedradingsschema van de unit voor bedrading.
WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning op condensator! Schakel de elektrische voeding uit, inclusief
afstandsverbindingen, en ontlaad alle motor start/draai en condensatoren alvorens onderhoud uit te voeren. Volg de
correcte blokkeringsprocedures om te zorgen dat de voeding niet per ongeluk ingeschakeld kan worden.
Raadpleeg voor variabele frequentie-aandrijvingen of andere componenten voor energie-opslag van Trane of andere
fabrikanten de betreffende documentatie van de leverancier voor de wachttijd voor het ontladen van de condensatoren.
Controleer met een geschikte voltmeter of alle condensatoren zijn ontladen.
Wacht na het loskoppelen van de ingangsstroom vijf (5) minuten bij units die voorzien zijn van EG-ventilatoren en wacht
twintig (20) minuten bij units die voorzien zijn van de variabele frequentieregeling (0 V DC) voordat u de interne
componenten aanraakt. Het niet opvolgen van deze instructies kan de dood of ernstige verwondingen tot gevolg hebben.
BELANGRIJK als de unit gevoed wordt door een TT-stroomvoorzieningssysteem, moet een differentieelbescherming
geschikt zijn voor industriële machines waarbij het stroomlek groter kan zijn dan 500 mA (meerdere motors en
aandrijvingen met meerdere frequenties)