OVERZICHT
1
1.1 GARANTIE
De garantie is gebaseerd op de Algemene Voorwaarden en Condities van de fabrikant. Deze garantie vervalt wanneer de
apparatuur wordt gerepareerd of gewijzigd zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant, wanneer de bedrijfscondities
worden overschreden of wanneer het bedieningssysteem en/of de elektrische bedrading worden gemodificeerd. Deze
garantie is niet van toepassing op schade als gevolg van onjuist gebruik, gebrekkig onderhoud of het niet naleven van de
voorschriften of aanbevelingen van de fabrikant. Indien de gebruiker de richtlijnen in dit handboek niet opvolgt, kan de
garantie en de aansprakelijkheid van de fabrikant komen te vervallen.
B. De garantie geldt twaalf (12) maanden vanaf de datum van eerste keer opstarten op de plek van installatie of achttien
(18) maanden na levering aan de projectlocatie of een andere afleverlocatie die is aangegeven door de klant. De datum
waarop de unit voor het eerst wordt gebruikt, is de datum die moet worden vermeld in het 'opstartformulier' dat is te vinden
in het logboek van de unit. Dit formulier moet worden ingevuld en binnen acht dagen na opstarten naar Trane worden
verzonden.
C. De garantie is van toepassing als de installatie- en opstartinstructies zijn opgevolgd (zowel die van Trane als die van de
huidige toepassing) en het 'opstartformulier' is ingevuld en naar de aftersales-afdeling van Trane is verzonden.
D. De garantie is van toepassing op alle fouten en defecten die worden gemeld binnen acht dagen na vaststelling ervan.
De garantie is alleen van toepassing als de koper het gebruik van de apparatuur meteen staakt als er een defect is
vastgesteld.
E. De garantie is van toepassing als de CGB/CXB-unit voor het eerst wordt gebruikt door een door Trane geautoriseerd
assistentiecentrum.
F. De garantie is onderhevig aan regelmatig onderhoud van de unit, zoals aangegeven in het logboek van de unit in het
elektrische paneel.
G. De garantie wordt automatisch beëindigd als betalingen niet worden voldaan, het contract niet wordt nageleefd of als er
aanpassingen aan de unit zijn gedaan zonder schriftelijke toestemming van Trane.
1.2 ONTVANGEN VAN DE UNIT
Als de klant de unit ontvangt, moet deze nagaan of er geen duidelijke schade is of onderdelen ontbreken. Als dit het geval
is, moet er onmiddellijk een klacht worden ingediend bij de vervoerder wegens schade of niet-levering en moet de
ontvangende kaart worden ingevuld die zich in het elektrische paneel van de unit bevindt. Voor macroscopische schade
moet fotografisch bewijs worden geleverd. De kaart moet binnen 8 dagen na ontvangst van de goederen naar Trane worden
verzonden: als deze niet of te laat wordt teruggezonden, zal de klacht niet worden geaccepteerd.
1.3 FABRIEKSINSPECTIE
Trane-units worden in de fabriek geïnspecteerd. Iedere prestatietest die wordt uitgevoerd op de unit is alleen mogelijk als
deze wordt uitgevoerd in dezelfde omstandigheden (constant peil, constante temperatuur en verdamping, condensatie en
terugwinning, kwaliteit en tolerantie van de meetinstrumenten enz.) in de testruimten.
De inspectievoorwaarden worden door de klant opgegeven tijdens de bestelling: raadpleeg de prestaties die zijn opgegeven
in het technisch bulletin dat van kracht is op het moment dat de bestelling wordt bevestigd indien deze niet zijn gespecificeerd.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2
Alle units zijn ontworpen, gebouwd en geïnspecteerd in overeenstemming met de Richtlijn Drukapparatuur (PED97/23/EG of
2014/68/EU en machinerichtlijn 2006/42/EG.
2.1 TOEGANG TOT GEVAARLIJKE GEBIEDEN
Toegang tot gevaarlijke gebieden wordt normaal gesproken geblokkeerd door beschermpanelen, die alleen met
gereedschap kunnen worden verwijderd. Axiale ventilatoren worden afgeschermd met roosters.
Voor alle units die toegang bieden tot de koelleidingen zonder veiligheidsroosters (optioneel) of gesloten panelen, moeten
de volgende voorzorgsmaatregelen worden genomen
- markeer de gebieden met contactrisico.
- plaats waarschuwingstekens.
De gevarenzone moet groot genoeg zijn om ieder contact te voorkomen, zelfs onopzettelijk contact.
Trane is niet verantwoordelijk voor schade aan dingen en onbevoegd personeel in het geval van afwezigheid van
duidelijke en statische beperkingssystemen van de risicogebieden en de relevante waarschuwing- en gevarentekens.
2.2 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
De operator mag alleen ingrijpen op de regelaars van de unit; hij of zij mag geen panelen openen, behalve het paneel dat
toegang geeft tot de commandomodule.
De installateur moet alleen ingrijpen op de verbindingen tussen de fabriek en de machine; hij mag de panelen van de
machine niet openen noch commando's uitvoeren.
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen als u de unit benadert of eraan werkt:
•
Draag geen sieraden, ruime kleding of andere accessoires die bekneld kunnen raken.