Bedienen
5.8 Diodetest uitvoeren
5.8
Diodetest uitvoeren
Vereisten
• Neem de voorwaarden voor de meting [} pagina 26] in acht.
• Goedgekeurde veiligheidstestkabels
• Diodetest [} pagina 25]
• Neem de afbeelding bij de diodetest [} pagina 31] in acht.
Procedure
1. Zet op de draaischakelaar van het apparaat de schakelpositie "
2. Sluit de veiligheidstestkabels aan op het apparaat [} pagina 27].
3. Stel met de knop "AC HFR / DCA ZERO" de "diodetest"-functie in (symbool " ").
4. Maak contact tussen de veiligheidstestkabels en de meetpunten en lees de meetwaarde af
op de digitale display.
– Normale in storingsrichting toegepast Si-diode: Weergave van de stromingsspanning
van 0,4 tot 0,8 V.
"000": Duidt op een kortsluiting in de diode.
"OL": Duidt op een onderbreking in de diode.
– In de blokkeerrichting aangelegde diode: Weergave van "OL". Bij defecte diodes wordt
"000" of een andere waarde weergegeven.
5.9
Spanningsindicator
WAARSCHUWING
Onjuist gebruik van de functie
Levensgevaar of ernstig letsel is mogelijk door contact met hoge elektrische spanning indien de
"spanningsindicator"-functie verkeerd wordt gebruikt.
• Denk eraan dat er een gevaarlijke aanraakspanning aanwezig kan zijn, zelfs zonder een
akoestisch of visueel waarschuwingssignaal.
• Gebruik de "spanningsindicator"-functie niet om de afwezigheid van spanning vast te
stellen.
5191 / 11/2021 nl
BENNING CM 2-1
" in.
33