Nederlands
Het opzetten van de TEAM MX-10
Installeren van een CB antenne
De antenne is een van de meest belangrijke onderdelen van de installatie. Het type antenne
en de montageplaats heeft een groot effect op de afstand. Volg de volgende criteria voor de
beste locatie en installatie van uw antenne.
> Verzeker u ervan dat de antenne voor de 27MHz is ontworpen.
> De locatie van de antenne moet zo hoog mogelijk zijn, zonder naaste obstakels.
> De antenne kabel mag niet zijn beschadigd en vanaf de fabriek voorzien zijn van een connector.
> De kabel mag niet strak liggen.
> De afstand die u kunt overbruggen is afhankelijk van mechanische lengte van de antenne.
Wanneer u een mobile antenne installeert let dan op de volgende adviezen.
> De antenne moet in het midden van de carrosserie worden bevestigd.
> De spoel van de mobiel antenne moet zo dicht mogelijk bij het metaal van de carrosserie
worden bevestigd.
Er zijn ook andere mogelijkheden van bevestigingen zonder een gat te boren in de carrosse-
rie van de auto, bijvoorbeeld de bevestiging met een beugel op een dakgoot of kofferdeksel
of gebruik maken van een magneetvoet of een on-glass antenne.
Voor basisstations bevelen we een antenne op het dak aan. Bijvoorbeeld de TEAM ECO 050
of ECO 200.
> Monteer de 27mc antenne nooit in de nabijheid van de radio of TV antenne, dit beïnvloedt
de ontvangst van de radio of TV.
> De basis antenne moet aan een bliksem beveiliging worden aangesloten.
> Alle aangesloten kabels moeten zo kort mogelijk worden gehouden. In ieder geval niet lan-
ger dan 3mtr.
Antenne aansluiting
Voordat u de zendtoets indrukt moet de antenne worden aangesloten. De PL259 plug van
de antenne kabel (coax) wordt aan SO239 (24) aan de achterzijde aangesloten. Zorg ervoor
dat alle pluggen goed zijn aangesloten en gesoldeerd. Slecht aangesloten pluggen kunnen
uw radio beschadigen en de afstand zal worden gereduceerd.
De antenna moet met de radio worden aangepast anders zal een deel van het zend vermo-
gen in de antenne worden gereflecteerd. Dit zorgt ook voor een gereduceerde afstand. De
lengte van de antenne moet worden aangepast, dit wordt gemeten met een SWR (Team
SWR 1180P). Na de meting moet de SWR meter worden verwijderd.
Installatie in de auto
Wanneer u het apparaat in de auto wilt bevestigen, dan kunt u de mobiele houder voor onder
het dashboard gebruiken of het meegeleverde frame voor montage in de autoradio ruimte.
De zender altijd op een plaats monteren waar u makkelijk bij de bediening kunt. Andere
belangrijke punten voor een goede bevestiging van het apparaat:
> geen beperking van het gezichtveld
> Goed bereik van de bedieningselementen.
> Een goede lucht circulatie om oververhitting van het apparaat te verhinderen.
46
Let erop dat het LC display (1) alleen onder een bepaalde hoek goed zichtbaar is. Ook het
zonlicht zorgt voor een slecht afleesbaar scherm. Het is aan te bevelen om de beste positie
te controleren voordat u gaat inbouwen. Het apparaat kan eenvoudig in verschillende posities
worden gemonteerd door gebruik te maken van de montage beugel.
Microfoon
De VOX Microfoon DM-3006. U kunt naar keuze tussen VOX- en PTT schakelen. in de VOX
Functie (Voice Operated Transmission) dit maakt het mogelijk om spraak gestuurd te zenden.
zonder het indrukken van de PTT zend toets.
De DM-3006 is met de volgende bedienings elementen uitgerust:
PTT
[M]
Elementen
PTT gebruik
PTT
Voor het zenden de
zend toets indrukken
[ M ]
Lang drukken,
[
]
Kanaal keuze omlaag
[
]
Kanaal keuze omhoog
VOX-Gevoeligheid
De instelling VOX-gevoeligheid bepaald vanaf welke signaal sterkte de automatische zend mode
start. er zijn 4 instelling beschikbaar.
Lang indrukken van de toets [ ] ( 17 ) activeert de instellung van de VOX-gevoeligheid,
bevestigd door een lange toon een oplichtende led.
Kort indrukken van de toets wisselt naar een volgende hogere gevoeligheids waarde. De 4
beschikbare waarde zijn gekenmerkt door het aantal bevestigings tonen.. Voor de hoogste waarde
kiest u voor waarde 1 (een toon is dan te horen) Een bevestiging van de instelling is niet nodig.
VOX-vertraging
De instelling VOX-vertraging bepaald de vertragingstijd in de VOX mode na afloop van het zen-
den. Er zijn 4 instellingen.
Lang indrukken van de toets [ ] ( 18 ) activeert de instelling van de VOX vertragingstijd, dit
wordt bevestigd door een lange toon en een oplichtende led.
Kort indrukken van de toets verandert de lengte van de vertraging. De 4 beschikbare instellingen
worden gekenmerkt door het aantal bevestigings tonen. Voor de hoogste instelling kiest u instel-
ling 1 (1 toon is te horen) Een bevestiging van de instelling is niet nodig.
De microfoon wordt met de 6-polige stekker in de microfoon aansluiting (15) aan de linker voor-
zijde aangesloten. Let er op dat zonder microfoon geen zend of ontvangst mogelijk is.
De microfoon (19) kan in de 6 pin (15) op het front paneel aansluiten. Er is geen zend en ont-
vangst mogelijk zonder microfoon. De aansluiting is volgens de GDCH standaard.
PIN 1 Modulatie
PIN 3 PTT
PIN 5 Massa
Soldeer zijde van de microfoon connector (20).
Nederlands
[ ]
[ ]
VOX gebruik
In-/uitschakelen van de vox-functie
Instelling VOX gevoeligheid
Instellung VOX vertraging
PIN 2 Luidspreker
PIN 4 Up/Down
PIN 6 +12 Volt
47