Februari 2020
2
Basisconfiguratie
2.1
Configuratietaken
De transmitter kan worden geconfigureerd via de Local Operator Interface
(LOI) - optiecode M4 of via een Class 2 master (op basis van DD of DTM
twee basisconfiguratietaken voor de PROFIBUS PA-druktransmitter zijn:
Procedure
1. Adres toewijzen
2. Technische eenheden configureren (schaling).
Opmerking
Rosemount 3051 Profibus Profile 3.02-apparaten zijn bij levering
vanuit de fabriek ingesteld in de modus Identification Number
Adaptation (aanpassing identificatienummer). In deze modus kan de
transmitter communiceren met elke Profibus-regelhost met ofwel de
generieke Profile GSD (9700) of de voor Rosemount 3051 specifieke
GSD (4444) geladen op de host; daarom hoeft het
identificatienummer van de transmitter bij het opstarten niet te
worden veranderd.
2.2
Adres toewijzen
De Rosemount 3051-druktransmitter wordt geleverd met het tijdelijke adres
126. Dit moet worden veranderd in een unieke waarde tussen 0 en 125 om
communicatie met de host tot stand te brengen. Meestal zijn de adressen
0-2 gereserveerd voor masters of koppelstukken. Om die reden wordt
aanbevolen transmitteradressen tussen 3 en 125 te gebruiken.
Het adres kan worden ingesteld via:
•
LOI - zie
•
De Class 2 master - zie de handleiding van de Class 2 master voor het
instellen van het adres
2.3
Configureer de technische eenheden
Tenzij anders besteld, wordt de Rosemount 3051-druktransmitter geleverd
met de volgende instellingen:
•
Meetmodus: Druk
•
Technische eenheden: Inch H
•
Schaling: Geen
Snelstartgids
Tabel 2-1
O
2
Snelstartgids
™
). De
11